Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: wegtragen

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: wegtragen

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

wegtragen:
- llevarse
Wegtragen:
- llevar
Wiktionary:
- wegtragen → entrenar

Duits

Uitgebreide vertaling voor wegtragen (Duits) in het Spaans

wegtragen:

wegtragen werkwoord (trage weg, trägst weg, trägt weg, trug weg, trugt weg, weggetragen)

wegtragen (abführen; abtragen; fortfahren; wegführen; forttragen; wegschleppen; fortführen; davontragen; fortschaffen; wegschaffen; wegbringen; fortbringen; fortschleppen)
llevarse
- llevarse werkwoord

Conjugations for wegtragen:

Präsens

trage weg
trägst weg
trägt weg
tragen weg
tragt weg
tragen weg

Imperfekt

trug weg
trugst weg
trug weg
trugen weg
trugt weg
trugen weg

Perfekt

habe weggetragen
hast weggetragen
hat weggetragen
haben weggetragen
habt weggetragen
haben weggetragen

1. Konjunktiv [1]

trage weg
tragest weg
trage weg
tragen weg
traget weg
tragen weg

2. Konjunktiv

trüge weg
trügest weg
trüge weg
trügen weg
trüget weg
trügen weg

Futur 1

werde wegtragen
wirst wegtragen
wird wegtragen
werden wegtragen
werdet wegtragen
werden wegtragen

1. Konjunktiv [2]

würde wegtragen
würdest wegtragen
würde wegtragen
würden wegtragen
würdet wegtragen
würden wegtragen

Diverses

trag weg!
tragt weg!
tragen Sie weg!
weggetragen
wegtragend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor wegtragen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
llevarse		Abführen; Fortführen; Wegführen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
llevarse	abführen; abtragen; davontragen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; wegbringen; wegführen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen	abbauen; abnehmen; abschwächen; entnehmen; fallen; fortnehmen; herabmindern; herabsetzen; kürzen; mindern; nachlassen; rauben; reduzieren; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sinken; sparen; stehlen; verknappen; vermindern; verringern; versiegen; wegholen; wegnehmen; zurückgehen; zusammengehen

Wiktionary: wegtragen

Cross Translation:

From	To	Via
• wegtragen	→ entrenar	↔ entraîner — traîner avec soi, après soi.

Wegtragen:

Wegtragen [das ~] zelfstandig naamwoord

Wegtragen (Abtragen)
el llevar
- llevar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wegtragen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
llevar	Abtragen; Wegtragen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
llevar		abgeben; abliefern; abnehmen; an haben; anordnen; ausliefern; befehlen; besorgen; bestellen; bringen; entnehmen; fortnehmen; führen; gebieten; hervorbringen; ins Haus liefern; kommandieren; leiten; lenken; liefern; rauben; rückerstatten; schleppen; schwer zu trägen sein; senden; stehlen; steuern; tragen; verordnen; wegholen; wegnehmen; zurückbringen; zurückerstatten; zurückschaffen; zurückschicken; zurücksenden; zustellen