Übermaß: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Übermaß:
- desmasiado; exceso; abundancia; superávit; rebosamiento; excedente; desbordamiento; superabundancia; intemperancia; sobrante; surplús
Wiktionary:
- Übermaß → exceso, plétora, exorbitancia, orgía

Duits

Uitgebreide vertaling voor Übermaß (Duits) in het Spaans

Übermaß:

Übermaß [das ~] zelfstandig naamwoord

Übermaß (Zuviel; Überschuß; Auswuchs; Überfluß)
el desmasiado; el exceso; la abundancia; el superávit; el rebosamiento
- desmasiado [el ~] zelfstandig naamwoord
- exceso [el ~] zelfstandig naamwoord
- abundancia [la ~] zelfstandig naamwoord
- superávit [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebosamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
Übermaß (Überfluß; Auswuchs; Überschuß; Zuviel)
el exceso; la abundancia; el excedente; el desbordamiento; el rebosamiento; la superabundancia; la intemperancia
- exceso [el ~] zelfstandig naamwoord
- abundancia [la ~] zelfstandig naamwoord
- excedente [el ~] zelfstandig naamwoord
- desbordamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebosamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- superabundancia [la ~] zelfstandig naamwoord
- intemperancia [la ~] zelfstandig naamwoord
Übermaß (im reichlichen Maße; Überschuß)
la abundancia; el sobrante; el surplús
- abundancia [la ~] zelfstandig naamwoord
- sobrante [el ~] zelfstandig naamwoord
- surplús [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Übermaß:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abundancia	Auswuchs; Zuviel; im reichlichen Maße; Überfluß; Übermaß; Überschuß	Fülle; Glanz; Herrlichkeit; Luxus; Mannigfaltigkeit; Pracht; Prunk; Reichlichkeit; Reichtum; Stattlichkeit; Verschiedenartigkeit; Verschwenderisch sein; Vielzahl; Wollust; Wonne; Überfluß; Überflüssig sein; Üppigkeit
desbordamiento	Auswuchs; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß	Überlauf; Überlauftext
desmasiado	Auswuchs; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß
excedente	Auswuchs; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß	Ablagerung; Bilanz; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Saldo; Überbleibsel; Überschuß
exceso	Auswuchs; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß	Ausschreitung; Ausschweifung; Auswuchs; Dummejungenstreiche; Grenzenloskeit; Jungenstreich; Maßlosigkeit; Rest; Restbestand; Reste; Schalkhaftigkeit; Schelmenstreich; Surplus; Unartigkeit; Unfug; Ungezogenheit; Unmäßigkeit; Zuviel; Übermäßigkeit; Überrest; Überschuß
intemperancia	Auswuchs; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß
rebosamiento	Auswuchs; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß	Bewegung; Eile; Fahrgeschwindigkeit; Geschwindigkeit; Hast; Körperbewegung; Reisegeschwindigkeit; Schnelligkeit; Tempo
sobrante	im reichlichen Maße; Übermaß; Überschuß	Bilanz; Rest; Restant; Restbestand; Reste; Restposten; Saldo; Surplus; Zuviel; Überbleibsel; Überrest; Überschuß
superabundancia	Auswuchs; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß
superávit	Auswuchs; Zuviel; Überfluß; Übermaß; Überschuß	Bilanz; Rest; Restbestand; Reste; Saldo; Surplus; Zuviel; Überrest; Überschuß
surplús	im reichlichen Maße; Übermaß; Überschuß	Ablagerung; Bilanz; Bodensatz; Niederschlag; Rest; Restbestand; Reste; Saldo; Surplus; Zuviel; Überbleibsel; Überrest; Überschuß
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
excedente		überzählig
sobrante		unnütz; überflüssig; überzählig

Synoniemen voor "Übermaß":

Exzess; Grenzenlosigkeit; Unmaß; Zuviel; Überfluss; Überfülle
Anhäufung; Anzahl; Armee; Ballung; Batzen; Flut; Fülle; Haufen; Heer; Latte; Legion; Masse; Menge; Reihe; Schar; Schwall; Schwarm; Schwung; Serie; Unmasse; Unmenge; Unzahl; Vielheit; Vielzahl

Wiktionary: Übermaß

Cross Translation:

From	To	Via
• Übermaß	→ exceso	↔ teveel — datgene wat over is boven de gewenste hoeveelheid
• Übermaß	→ plétora	↔ plethora — excess, abundance
• Übermaß	→ exceso; exorbitancia	↔ excès — Ce qui est en trop.
• Übermaß	→ orgía	↔ orgie — antiq\|fr fête de Bacchus. Dans ce sens il s’emploie surtout au pluriel, comme bacchanales.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Übermaß

Uitgebreide vertaling voor Übermaß (Duits) in het Spaans

Übermaß:

Übermaß [das ~] zelfstandig naamwoord

Übermaß (Zuviel; Überschuß; Auswuchs; Überfluß)

Übermaß (Überfluß; Auswuchs; Überschuß; Zuviel)

Übermaß (im reichlichen Maße; Überschuß)

Vertaal Matrix voor Übermaß:

Synoniemen voor "Übermaß":

Wiktionary: Übermaß