Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Säufer

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Säufer

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Säufer:
- borracho; borrachín
- borrachos; borrachines
Wiktionary:
- Säufer → bebdor, mamón, borracho
- Säufer → borracho, borrachín

Duits

Uitgebreide vertaling voor Säufer (Duits) in het Spaans

Säufer:

Säufer [der ~] zelfstandig naamwoord

der Säufer (Saufbold)
el borracho
- borracho [el ~] zelfstandig naamwoord
der Säufer (Trinker)
el borracho; el borrachín
- borracho [el ~] zelfstandig naamwoord
- borrachín [el ~] zelfstandig naamwoord

Säufer [die ~] zelfstandig naamwoord

die Säufer (Saufbrüder)
el borrachos; el borrachines
- borrachos [el ~] zelfstandig naamwoord
- borrachines [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Säufer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
borrachines	Saufbrüder; Säufer
borracho	Saufbold; Säufer; Trinker; Trunkenold	Schwelger; Verwschwender
borrachos	Saufbrüder; Säufer
borrachín	Säufer; Trinker
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
borracho		angeheitert; angesäuselt; benebelt; berauscht; besoffen; besäuselt; betrunken; blau; duselig; mehr als genug; satt; saubesoffen; schwer betrunken; sinnlos betrunken; stinkbesoffen; stock besoffen; stock betrunken; stockbesoffen; stockbetrunken; voll; völlig betrunken

Synoniemen voor "Säufer":

Alki; Alkoholiker; Alkoholkranker; Gamma-Trinker; Schlucker; Schluckspecht; Trinker; Trunkenbold; Trunksüchtiger; Zecher; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Säufer

Säufer

noun

jemand, der zu viel alkoholische Getränke konsumiert
- Säufer → bebdor; mamón; borracho

Cross Translation:

From	To	Via
• Säufer	→ borracho; borrachín	↔ drunkard — person who is habitually drunk