Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. unterwegs:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unterwegs (Duits) in het Spaans

unterwegs:

unterwegs bijvoeglijk naamwoord

  1. unterwegs
    de camino
  2. unterwegs
    afuera
    • afuera bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor unterwegs:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afuera unterwegs auswärts; außer Hause
de camino unterwegs

Synoniemen voor "unterwegs":

  • auf Achse; auf dem Weg zu; auf Reisen

Wiktionary: unterwegs

unterwegs
adverb
  1. auf dem Weg, auf der Strecke

Cross Translation:
FromToVia
unterwegs en camino; en ruta en route — on the way
unterwegs en camino; en ruta en route — along the way
unterwegs en el camino; en camino; en ruta on the way — coming
unterwegs en ruta; en camino en route — En train de partir

Computer vertaling door derden: