Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Wohngemeinschaft

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Wohngemeinschaft

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Wohngemeinschaft:
- comunidad de viviendas; grupo que vive en comunidad; apartamento; comuna
Wiktionary:
- Wohngemeinschaft → apartamento compartido
- Wohngemeinschaft → familia

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wohngemeinschaft (Duits) in het Spaans

Wohngemeinschaft:

Wohngemeinschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

die Wohngemeinschaft (Kommune; Wohngruppe; Lebensgemeinschaft)
la comunidad de viviendas; el grupo que vive en comunidad; el apartamento
- comunidad de viviendas [la ~] zelfstandig naamwoord
- grupo que vive en comunidad [el ~] zelfstandig naamwoord
- apartamento [el ~] zelfstandig naamwoord
die Wohngemeinschaft (Kommune; Lebensgemeinschaft; Wohngruppe)
la comunidad de viviendas; el grupo que vive en comunidad; el apartamento; la comuna
- comunidad de viviendas [la ~] zelfstandig naamwoord
- grupo que vive en comunidad [el ~] zelfstandig naamwoord
- apartamento [el ~] zelfstandig naamwoord
- comuna [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wohngemeinschaft:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apartamento	Kommune; Lebensgemeinschaft; Wohngemeinschaft; Wohngruppe	Appartement; Etagenwohnung; Gebäude; Haus; Häuser; Schoß; Wohnung
comuna	Kommune; Lebensgemeinschaft; Wohngemeinschaft; Wohngruppe	Lebensgemeinschaft
comunidad de viviendas	Kommune; Lebensgemeinschaft; Wohngemeinschaft; Wohngruppe
grupo que vive en comunidad	Kommune; Lebensgemeinschaft; Wohngemeinschaft; Wohngruppe

Synoniemen voor "Wohngemeinschaft":

Kommune; WG; Wohngruppe

Wiktionary: Wohngemeinschaft

Wohngemeinschaft

noun

Wohnung die sich mehrere Personen teilen
- Wohngemeinschaft → apartamento compartido

Cross Translation:

From	To	Via
• Wohngemeinschaft	→ familia	↔ family — group of people who live together