Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Schminke

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Schminke

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Schminke:
  2. schminken:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schminke (Duits) in het Spaans

Schminke:

Schminke [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schminke (Maske)
    el maquillaje
  2. die Schminke (Kosmetik; Makeup; Kosmetikartikel; Maske; Schminken)
    el maquillaje; la cosmética; el cosmético
  3. die Schminke (Kosmetika; Make up; Schminken; Schönheitsmittel; Kosmetikmittel)
    el maquillaje; la cosmética; el productos de belleza; el productos cosméticos

Vertaal Matrix voor Schminke:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cosmética Kosmetik; Kosmetika; Kosmetikartikel; Kosmetikmittel; Make up; Makeup; Maske; Schminke; Schminken; Schönheitsmittel
cosmético Kosmetik; Kosmetikartikel; Makeup; Maske; Schminke; Schminken
maquillaje Kosmetik; Kosmetika; Kosmetikartikel; Kosmetikmittel; Make up; Makeup; Maske; Schminke; Schminken; Schönheitsmittel
productos cosméticos Kosmetika; Kosmetikmittel; Make up; Schminke; Schminken; Schönheitsmittel Kosmetika; Kosmetikindustrie; Schönheitsmittel
productos de belleza Kosmetika; Kosmetikmittel; Make up; Schminke; Schminken; Schönheitsmittel Kosmetika; Kosmetikindustrie; Schönheitsmittel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cosmético kosmetisch

Synoniemen voor "Schminke":

  • Make-up

Wiktionary: Schminke

Schminke
noun
  1. farbliche Gestaltung von Haut, Augen oder Gesicht
Cross Translation:
FromToVia
• Schminke → maquillaje ↔ makeup — cosmetics

schminken:

schminken werkwoord (schminke, schminkst, schminkt, schminkte, schminktet, geschminkt)

  1. schminken
    maquillar
  2. schminken
    maquillar; maquillarse
  3. schminken
    maquillarse; pintarse
  4. schminken (anmalen)
    maquillarse
  5. schminken (feinmachen; schmücken; ausstaffieren; )
    engalanar; embellecer; adornar; ataviar; embellecerse

Conjugations for schminken:

Präsens
  1. schminke
  2. schminkst
  3. schminkt
  4. schminken
  5. schminkt
  6. schminken
Imperfekt
  1. schminkte
  2. schminktest
  3. schminkte
  4. schminkten
  5. schminktet
  6. schminkten
Perfekt
  1. habe geschminkt
  2. hast geschminkt
  3. hat geschminkt
  4. haben geschminkt
  5. habt geschminkt
  6. haben geschminkt
1. Konjunktiv [1]
  1. schminke
  2. schminkest
  3. schminke
  4. schminken
  5. schminket
  6. schminken
2. Konjunktiv
  1. schminkte
  2. schminktest
  3. schminkte
  4. schminkten
  5. schminktet
  6. schminkten
Futur 1
  1. werde schminken
  2. wirst schminken
  3. wird schminken
  4. werden schminken
  5. werdet schminken
  6. werden schminken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schminken
  2. würdest schminken
  3. würde schminken
  4. würden schminken
  5. würdet schminken
  6. würden schminken
Diverses
  1. schmink!
  2. schminkt!
  3. schminken Sie!
  5. geschminkt
  6. schminkend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schminken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adornar Ausschmückung; Girlande; Herausputzen; Schmücken; Verzierung
ataviar Herausputzen
embellecerse Aufschmücken
engalanar Ausschmückung; Girlande; Schmücken; Verzierung
pintarse Aufschmücken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adornar aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren abscheuern; aufdonnern; aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausrüsten; ausschmücken; ausstaffieren; ausstatten; dekorieren; einen Orden verleihen; feilen; feinmachen; fertigmachen; fertigstellen; garnieren; gestalten; glattstreichen; glätten; herausputzen; in den Ritterstand erheben; polieren; schaben; scheuern; schleifen; schlichten; schmirgeln; schmücken; unterscheiden; verzieren; vollenden; zieren; zum Ritter schlagen; zurechtmachen
ataviar aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren aufputzen; ausschmücken; ausstaffieren; ausstatten; dekorieren; herausputzen; schmücken; sich ausschmucken
embellecer aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren aufdonnern; aufputzen; ausschmücken; ausstaffieren; ausstatten; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schmücken; stehen; zurechtmachen
embellecerse aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren
engalanar aufmachen; aufpolieren; aufputzen; ausstaffieren; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schminken; schmücken; verzieren aufdonnern; aufputzen; ausschmücken; ausstaffieren; ausstatten; dekorieren; feinmachen; herausputzen; schmücken; zurechtmachen
maquillar schminken
maquillarse anmalen; schminken make-up anbringen; sich begeben; sich fertigmachen; sich vorbereiten
pintarse schminken

Synoniemen voor "schminken":


Wiktionary: schminken

schminken
verb
  1. (transitiv) Haut, Gesicht oder Augen mit Hilfe von Schminke farblich gestalten
Cross Translation:
FromToVia
• schminken → maquillar; pintar; adobar ↔ maquiller — Farder, recouvrir de fard.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0464 seconde
Page rendered in 1.0 seconds