Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Schlager

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Schlager

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Schlager:
  2. Schläger:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlager (Duits) in het Spaans

Schlager:

Schlager [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlager (Spitzenreiter)
    el éxitos; el éxitos de venta; el hits
  2. der Schlager (Best-seller; Erfolg; Hit; Treffer)
    el éxito; el hit
    • éxito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • hit [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schlager
    la canciones de moda
  4. der Schlager (Hit; Treffer)
    el ganador; el éxito; el gol; el vencedor; la canción de moda; el golpe certero; el tiro certero; la obra teatral de éxito

Schlager [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlager
    la obras teatrales de éxito

Vertaal Matrix voor Schlager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canciones de moda Schlager
canción de moda Hit; Schlager; Treffer
ganador Hit; Schlager; Treffer Eroberer; Gewinner; Maestro; Meister; Preisträger; Sieger; Triumphator
gol Hit; Schlager; Treffer Absicht; Augenmerk; Endziel; Endzweck; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Intention; Plan; Tor; Tor bei einem Fußballspiel; Treffer; Vorsatz; Ziel; Zielscheibe; Zielsetzung; Zufallstreffer; Zweck; unerwartetes Glück
golpe certero Hit; Schlager; Treffer Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Treffer; Zufallstreffer; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück
hit Best-seller; Erfolg; Hit; Schlager; Treffer Hit; Klapper; Kollision; Treffer ins Schwarze; Zusammenstoß
hits Bestseller; Schlager; Spitzenreiter
obra teatral de éxito Hit; Schlager; Treffer
obras teatrales de éxito Schlager
tiro certero Hit; Schlager; Treffer Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Treffer; Zufallstreffer; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück
vencedor Hit; Schlager; Treffer Eroberer; Gewinner; Preisträger; Sieger; Triumphator
éxito Best-seller; Erfolg; Hit; Schlager; Treffer Arbeitsleistung; Außentür; Durchgang; Erfolg; Erzielen; Fortuna; Gedeihen; Gelingen; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Haustür; Heil; Hit; Klapper; Leistung; Massel; Prosperität; Segen; Treffer ins Schwarze; Tür; Vordertür; unerwartetes Glück
éxitos Bestseller; Schlager; Spitzenreiter
éxitos de venta Bestseller; Schlager; Spitzenreiter

Wiktionary: Schlager

Schlager
noun
  1. Musik: ein erfolgreiches, viel gehört und gesungenes Musikstück der leichten Unterhaltungsmusik
Cross Translation:
FromToVia
• Schlager → éxito ↔ hit — success, especially in the entertainment industry

schläger:


Synoniemen voor "schläger":


Schläger:

Schläger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schläger
    el murciélago pequeño

Schläger [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schläger
    el bateadores
  2. die Schläger (Streithähne; Draufgänger)
    el matones; el bravucones

Vertaal Matrix voor Schläger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bateadores Schläger
bravucones Draufgänger; Schläger; Streithähne Aufschneider; Dicktuer; Schwätzer
matones Draufgänger; Schläger; Streithähne Draufgänger; Haudegen; Kampfhahn; Raufbold; Schlachtschwert; Streitsucher
murciélago pequeño Schläger

Synoniemen voor "Schläger":


Wiktionary: Schläger

Schläger
noun
  1. -
Cross Translation:
FromToVia
• Schläger → bat; bate ↔ bat — club
• Schläger → palo ↔ club — hitting implement
• Schläger → raqueta ↔ racket — implement
• Schläger → raqueta ↔ racquet — an implement with a handle used to hit a ball
• Schläger → raqueta ↔ raquette — Tennis, etc. (1)

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1003 seconde
Page rendered in 1.0 seconds