Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Möbel

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Möbel

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Möbel:
- mobiliario; mueble
- mobiliario; muebles; amoblado; muebles y enseres; menaje; enseres; ajuar; amoblamiento; disposición de la vivienda; mueblaje; efectos mobiliarios
Wiktionary:
- Möbel → mueble, muebles, mobiliario

Duits

Uitgebreide vertaling voor Möbel (Duits) in het Spaans

Möbel:

Möbel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Möbel (Möbelstück)
el mobiliario; el mueble
- mobiliario [el ~] zelfstandig naamwoord
- mueble [el ~] zelfstandig naamwoord

Möbel [das ~] zelfstandig naamwoord

Möbel (Ameublement; Mobiliar)
el mobiliario; el muebles; el amoblado; el muebles y enseres; el menaje; el enseres; el ajuar; el amoblamiento; la disposición de la vivienda; el mueblaje; el efectos mobiliarios
- mobiliario [el ~] zelfstandig naamwoord
- muebles [el ~] zelfstandig naamwoord
- amoblado [el ~] zelfstandig naamwoord
- muebles y enseres [el ~] zelfstandig naamwoord
- menaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- enseres [el ~] zelfstandig naamwoord
- ajuar [el ~] zelfstandig naamwoord
- amoblamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- disposición de la vivienda [la ~] zelfstandig naamwoord
- mueblaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- efectos mobiliarios [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Möbel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ajuar	Ameublement; Mobiliar; Möbel	Aussteuer; Besitz; Besitztum; Bestand; Eigentum; Habe; Hausmobiliar; Hausrat; Inventar; Mobiliar; Übersehen; Übersicht
amoblado	Ameublement; Mobiliar; Möbel
amoblamiento	Ameublement; Mobiliar; Möbel	Anstalt; Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Einrichtung; Girlande; Irrenanstalt; Irrenhaus; Nervenheilanstalt; Verzierung; Zierde; psychiatrische Klinik
disposición de la vivienda	Ameublement; Mobiliar; Möbel
efectos mobiliarios	Ameublement; Mobiliar; Möbel	Besitz; Besitztum; Bestand; Eigentum; Habe; Hausmobiliar; Hausrat; Inventar; Mobiliar
enseres	Ameublement; Mobiliar; Möbel	Bedarf; Benötigte; Erforderliche; Gerät; Handwerkzeug; Inventar; Werkzeug
menaje	Ameublement; Mobiliar; Möbel	Haushalten; Haushaltung; Inventar; Übersehen; Übersicht
mobiliario	Ameublement; Mobiliar; Möbel; Möbelstück	Inventar
mueblaje	Ameublement; Mobiliar; Möbel
mueble	Möbel; Möbelstück
muebles	Ameublement; Mobiliar; Möbel	Besitz; Besitztum; Bestand; Eigentum; Habe; Hausmobiliar; Hausrat; Inventar; Mobiliar
muebles y enseres	Ameublement; Mobiliar; Möbel	Inventar

Synoniemen voor "Möbel":

Einrichtungsgegenstände; Hausrat; Mobiliar; Bündelung; Clusterung; Gruppierung
Möbelstück; Einrichtungsgegenstand; Inventar

Wiktionary: Möbel

Möbel

Singular ungebräuchlich: großer Einrichtungsgegenstand
- Möbel → mueble; muebles

Cross Translation:

From	To	Via
• Möbel	→ mueble; mobiliario	↔ furniture — an item, or items, (usually) in a room
• Möbel	→ mueble	↔ piece of furniture — item of furniture.
• Möbel	→ mueble	↔ meubelstuk — voorwerp dat behoort tot de inrichting van een kamer, zoals een bank, stoel, tafel, kast, bed etc
• Möbel	→ mueble	↔ meubel — een voorwerp dat behoort tot de inrichting van een kamer, zoals een bank, stoel, tafel, kast, bed et cetera
• Möbel	→ mueble	↔ meuble — Objet qui garnit, orne, une pièce