Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
falsch:
- falso; incorrecto; travieso; equivocado; erróneo; equivocadamente; impropio; inexacto; exquisito; zorro; bajo; desagradable; malo; antipático; sinvergüenza; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; a escondidas; listo; grosero; canalla; sofisticado; vivo; disimulado; secretamente; astuto; hábil; desafinado; indecente; taimado; pérfido; cazurro; traicionero; tallado; reticente; despreciable; obsceno; andrajoso; harapiento; solapado; a hurtadillas; socarrón; terriblemente; subrepticio; falsamente; falsificado; en secreto; desacorde; en falso; inmoral; desconsiderado; sin delicadeza; crudo; indebido; desvergonzado; indecoroso; indelicado; vil; mezquino; fingido; desdeñoso; vilmente; fuera de tono; enojado; mal; maligno; malvado; enfadado; atravesado; airado; colérico; indebidamente; malamente; erróneamente; equivocamente; con inexactitud; pequeño; inferior; menos; común; indigno; bajamente; realmente; sencillo; general; limitado; sencillamente; soez; corriente; grave; normalmente; habitual; acostumbrado; simplemente; verdaderamente; ordinario; francamente; ruin; usual; infame; criminal; comúnmente; módico; como siempre; sin más; ignominioso; deshonroso; habituado a; oxidante; así como así; innoble; a sotavento; mañoso; arriesgado; cuco; furtivo; ciego; ingenioso; espabilado; ladino; deslizante; avispado; calculador; habilidoso; bien calculado; basto; vulgar; burdo; añejo; banal; desaseado; bruto; trivial
- fälsch:
-
Wiktionary:
- falsch → equivocado, errado, erróneo, falso
- falsch → falso, falsificado, adulterado, trapicheado, jodido, pajolero, averiado, contrahecho, postizo, falsamente, incorrectamente, incorrecto, equivocado, abusivo, malo, falsear, falsificar
Duits
Uitgebreide vertaling voor falsch (Duits) in het Spaans
falsch:
-
falsch (unrichtig; verkehrt; fehlerhaft; verschmitzt)
falso; incorrecto; travieso; equivocado; erróneo; equivocadamente; impropio; inexacto-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
incorrecto bijvoeglijk naamwoord
-
travieso bijvoeglijk naamwoord
-
equivocado bijvoeglijk naamwoord
-
erróneo bijvoeglijk naamwoord
-
equivocadamente bijvoeglijk naamwoord
-
impropio bijvoeglijk naamwoord
-
inexacto bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (hinterhältig; gemein; geschliffen; schlau; heimtückisch; böse; raffiniert; niederträchtig; listig; tückisch; bösartig; gewichst; schuftig; verschlagen; verstohlen; durchtrieben; gerissen; glatt; hinterlistig; gehässig; verräterisch; ausgekocht; doppelzüngig; schurkisch; gerieben; gewandt)
exquisito; zorro; bajo; desagradable; malo; antipático; sinvergüenza; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; a escondidas; listo; grosero; canalla; sofisticado; vivo; falso; disimulado; secretamente; astuto; hábil; desafinado; indecente; taimado; pérfido; cazurro; traicionero; tallado; reticente; despreciable; obsceno; andrajoso; harapiento; solapado; a hurtadillas; socarrón; terriblemente; subrepticio; falsamente; falsificado; en secreto; desacorde; en falso-
exquisito bijvoeglijk naamwoord
-
zorro bijvoeglijk naamwoord
-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
antipático bijvoeglijk naamwoord
-
sinvergüenza bijvoeglijk naamwoord
-
secreto bijvoeglijk naamwoord
-
afilado bijvoeglijk naamwoord
-
ducho bijvoeglijk naamwoord
-
redomado bijvoeglijk naamwoord
-
guarro bijvoeglijk naamwoord
-
a escondidas bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
canalla bijvoeglijk naamwoord
-
sofisticado bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
disimulado bijvoeglijk naamwoord
-
secretamente bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
hábil bijvoeglijk naamwoord
-
desafinado bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
taimado bijvoeglijk naamwoord
-
pérfido bijvoeglijk naamwoord
-
cazurro bijvoeglijk naamwoord
-
traicionero bijvoeglijk naamwoord
-
tallado bijvoeglijk naamwoord
-
reticente bijvoeglijk naamwoord
-
despreciable bijvoeglijk naamwoord
-
obsceno bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
harapiento bijvoeglijk naamwoord
-
solapado bijvoeglijk naamwoord
-
a hurtadillas bijvoeglijk naamwoord
-
socarrón bijvoeglijk naamwoord
-
terriblemente bijvoeglijk naamwoord
-
subrepticio bijvoeglijk naamwoord
-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
falsificado bijvoeglijk naamwoord
-
en secreto bijvoeglijk naamwoord
-
desacorde bijvoeglijk naamwoord
-
en falso bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (unanständig; verkehrt; schief; unpassend; unrichtig; unmoralisch; schamlos; ungehörig; grob; fehlerhaft; fälschlich; unschicklich; roh; fälschlicherweise; indiskret; respektlos; ungezogen; derb; unangebracht; unrecht; lasterhaft; unsittlich; ungebührlich; frivol; unzart; unehrenhaft; ungeziemend)
impropio; incorrecto; equivocado; inmoral; desconsiderado; sin delicadeza; crudo; erróneo; indebido; desvergonzado; indecente; indecoroso; indelicado-
impropio bijvoeglijk naamwoord
-
incorrecto bijvoeglijk naamwoord
-
equivocado bijvoeglijk naamwoord
-
inmoral bijvoeglijk naamwoord
-
desconsiderado bijvoeglijk naamwoord
-
sin delicadeza bijvoeglijk naamwoord
-
crudo bijvoeglijk naamwoord
-
erróneo bijvoeglijk naamwoord
-
indebido bijvoeglijk naamwoord
-
desvergonzado bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
indecoroso bijvoeglijk naamwoord
-
indelicado bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (tückisch; mies; hinterhältig; gemein; schäbig; heimtückisch; hinterlistig; schweinisch; fingiert; niederträchtig; schofel; schuftig)
falsamente; falso; vil; malo; mezquino; fingido; desdeñoso; vilmente; falsificado; fuera de tono-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
mezquino bijvoeglijk naamwoord
-
fingido bijvoeglijk naamwoord
-
desdeñoso bijvoeglijk naamwoord
-
vilmente bijvoeglijk naamwoord
-
falsificado bijvoeglijk naamwoord
-
fuera de tono bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (handelen mit schlechten Gedanken; schlecht; übel; zornig; hinterlistig; doppelzüngig; schlimm; böse; arg; tückisch; bösartig)
enojado; falso; malo; mal; maligno; desafinado; malvado; falsificado; enfadado; atravesado; airado; colérico; pérfido; indebidamente; malamente; falsamente-
enojado bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
mal bijvoeglijk naamwoord
-
maligno bijvoeglijk naamwoord
-
desafinado bijvoeglijk naamwoord
-
malvado bijvoeglijk naamwoord
-
falsificado bijvoeglijk naamwoord
-
enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
atravesado bijvoeglijk naamwoord
-
airado bijvoeglijk naamwoord
-
colérico bijvoeglijk naamwoord
-
pérfido bijvoeglijk naamwoord
-
indebidamente bijvoeglijk naamwoord
-
malamente bijvoeglijk naamwoord
-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (fälschlicherweise; zu Unrecht)
falsamente-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (im Irrtum)
-
falsch (schief; ungenau; fehlerhaft; unzutreffend; unrecht; unrichtig; unwahr)
erróneo; falso; incorrecto; inexacto; con inexactitud-
erróneo bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
incorrecto bijvoeglijk naamwoord
-
inexacto bijvoeglijk naamwoord
-
con inexactitud bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (niederträchtig; gering; einfach; winzig; gemein; kleinlich; mies; banal; gängig; gehässig; verrucht; landläufig; schuftig; dürftig; fühllos; alltäglich; heimtückisch; schamlos; hinterhältig; hinterlistig; schmählich)
bajo; malo; pequeño; inferior; menos; común; grosero; indigno; bajamente; realmente; sencillo; general; guarro; mezquino; limitado; sencillamente; soez; corriente; grave; normalmente; habitual; acostumbrado; vil; simplemente; verdaderamente; canalla; ordinario; francamente; ruin; usual; infame; criminal; indecente; comúnmente; obsceno; andrajoso; harapiento; módico; como siempre; sin más; ignominioso; deshonroso; habituado a; vilmente; oxidante; así como así; innoble; a sotavento-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
pequeño bijvoeglijk naamwoord
-
inferior bijvoeglijk naamwoord
-
menos bijvoeglijk naamwoord
-
común bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
indigno bijvoeglijk naamwoord
-
bajamente bijvoeglijk naamwoord
-
realmente bijvoeglijk naamwoord
-
sencillo bijvoeglijk naamwoord
-
general bijvoeglijk naamwoord
-
guarro bijvoeglijk naamwoord
-
mezquino bijvoeglijk naamwoord
-
limitado bijvoeglijk naamwoord
-
sencillamente bijvoeglijk naamwoord
-
soez bijvoeglijk naamwoord
-
corriente bijvoeglijk naamwoord
-
grave bijvoeglijk naamwoord
-
normalmente bijvoeglijk naamwoord
-
habitual bijvoeglijk naamwoord
-
acostumbrado bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
simplemente bijvoeglijk naamwoord
-
verdaderamente bijvoeglijk naamwoord
-
canalla bijvoeglijk naamwoord
-
ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
francamente bijvoeglijk naamwoord
-
ruin bijvoeglijk naamwoord
-
usual bijvoeglijk naamwoord
-
infame bijvoeglijk naamwoord
-
criminal bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
comúnmente bijvoeglijk naamwoord
-
obsceno bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
harapiento bijvoeglijk naamwoord
-
módico bijvoeglijk naamwoord
-
como siempre bijvoeglijk naamwoord
-
sin más bijvoeglijk naamwoord
-
ignominioso bijvoeglijk naamwoord
-
deshonroso bijvoeglijk naamwoord
-
habituado a bijvoeglijk naamwoord
-
vilmente bijvoeglijk naamwoord
-
oxidante bijvoeglijk naamwoord
-
así como así bijvoeglijk naamwoord
-
innoble bijvoeglijk naamwoord
-
a sotavento bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (niedrig; tief; gering; niederträchtig; schofel; mies; schwach; dürftig; schäbig; banal; fühllos; trivial; schuftig; schändlich)
-
falsch (listig; link; schlau; berechnend; gerissen; raffiniert; hinterlistig; gewichst; spitzfindig; gewandt; verschlagen; hinterhältig; verschmitzt; durchtrieben; ausgekocht; abgefeimt)
listo; afilado; mañoso; arriesgado; cuco; furtivo; falso; ciego; astuto; hábil; ingenioso; sofisticado; espabilado; ladino; deslizante; avispado; calculador; cazurro; habilidoso; bien calculado-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
afilado bijvoeglijk naamwoord
-
mañoso bijvoeglijk naamwoord
-
arriesgado bijvoeglijk naamwoord
-
cuco bijvoeglijk naamwoord
-
furtivo bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
ciego bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
hábil bijvoeglijk naamwoord
-
ingenioso bijvoeglijk naamwoord
-
sofisticado bijvoeglijk naamwoord
-
espabilado bijvoeglijk naamwoord
-
ladino bijvoeglijk naamwoord
-
deslizante bijvoeglijk naamwoord
-
avispado bijvoeglijk naamwoord
-
calculador bijvoeglijk naamwoord
-
cazurro bijvoeglijk naamwoord
-
habilidoso bijvoeglijk naamwoord
-
bien calculado bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (doppelzüngig; tückisch; hinterlistig; bösartig)
falso; pérfido; falsamente-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
pérfido bijvoeglijk naamwoord
-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
falsch (obszön; schmierig; faul; dick; heimtückisch; schamlos; fettartig; schal; schmutzig; grob; fett; ekelhaft; platt; dürftig; derb; dumpf; rüde; schäbig; banal; hinterhältig; fettig; garstig; hinterlistig; trivial; abgestanden; schmuddelig; dumpfig; bäuerisch; schofel; schuftig; schmählich; schändlich; ungeschlacht)
a sotavento; menos; basto; criminal; bajo; vulgar; burdo; añejo; banal; desaseado; deshonroso; bajamente; malo; bruto; trivial-
a sotavento bijvoeglijk naamwoord
-
menos bijvoeglijk naamwoord
-
basto bijvoeglijk naamwoord
-
criminal bijvoeglijk naamwoord
-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
vulgar bijvoeglijk naamwoord
-
burdo bijvoeglijk naamwoord
-
añejo bijvoeglijk naamwoord
-
banal bijvoeglijk naamwoord
-
desaseado bijvoeglijk naamwoord
-
deshonroso bijvoeglijk naamwoord
-
bajamente bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
bruto bijvoeglijk naamwoord
-
trivial bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor falsch:
Synoniemen voor "falsch":
Wiktionary: falsch
falsch
Cross Translation:
adjective
-
unrichtig (durch Irrtum oder Unwissenheit), tatsächlich anders
- falsch → equivocado; errado; erróneo
-
lügen, nicht den Tatsachen entsprechend
- falsch → falso
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• falsch | → falso; falsificado; adulterado; trapicheado | ↔ bogus — counterfeit or fake; not genuine |
• falsch | → jodido; pajolero; averiado | ↔ bogus — incorrect; useless; broken |
• falsch | → contrahecho | ↔ counterfeit — unauthentic |
• falsch | → falso | ↔ false — untrue, not factual, wrong |
• falsch | → postizo | ↔ false — spurious, artificial |
• falsch | → falsamente | ↔ falsely — in a false manner |
• falsch | → falso | ↔ faux — fake or artificial |
• falsch | → incorrectamente | ↔ incorrectly — in an incorrect manner |
• falsch | → incorrecto; falso; equivocado | ↔ wrong — incorrect |
• falsch | → abusivo; malo | ↔ abusif — Où il y a abus, qui est contraire à l’ordre, aux règles, aux lois. |
• falsch | → falsear; falsificar | ↔ fausser — Rendre faux, déformer la réalité, la vérité ou l'exactitude de quelque chose. (Sens général). |
• falsch | → falso | ↔ faux — Qui n’est pas conforme, ou qui ne se conformer pas à la réalité. Quand il s’agir des idées et des sentiments, et de leur expression, il signifie que ces idées, ces sentiments ou leur expression sont contraires à la réalité par erreur ou par imposture. |
fälsch:
-
fälsch (nepp)