Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Jesus:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. Jesus:
  2. Jesús:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Jesus (Duits) in het Spaans

Jesus:

Jesus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Jesus
    el Jesús
    • Jesús [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Jesus (Christus)
    el Jesus; el Jesucristo; el Cristo
    • Jesus [el ~] zelfstandig naamwoord
    • Jesucristo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • Cristo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Jesus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Cristo Christus; Jesus
Jesucristo Christus; Jesus
Jesus Christus; Jesus
Jesús Jesus

Synoniemen voor "Jesus":


Wiktionary: Jesus

Jesus
noun
  1. männlicher Vorname im Spanischen (in Deutschland mit Urteil des OLG Frankfurt seit 1998 als Vorname zulässig)

Cross Translation:
FromToVia
Jesus Jesús Jesus — the Christian Messiah
Jesus Jesús Jezus — bijbelse figuur



Spaans

Uitgebreide vertaling voor Jesus (Spaans) in het Duits

Jesus:

Jesus [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el Jesus (Jesucristo; Cristo)
    der Christus; der Jesus
    • Christus [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Jesus [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Jesus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Christus Cristo; Jesucristo; Jesus christo
Jesus Cristo; Jesucristo; Jesus Jesús

jesús:


Synoniemen voor "jesús":


Wiktionary: jesús

jesús
noun
  1. Ausruf für nach dem niesen

Jesús:

Jesús [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el Jesús
    der Jesus
    • Jesus [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Jesús:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Jesus Jesús Cristo; Jesucristo; Jesus

Wiktionary: Jesús

Jesús
noun
  1. männlicher Vorname im Spanischen (in Deutschland mit Urteil des OLG Frankfurt seit 1998 als Vorname zulässig)

Cross Translation:
FromToVia
Jesús Gesundheit! God bless you — said to somebody who has sneezed
Jesús Jesus Jesus — the Christian Messiah
Jesús Gesundheit bless you — said to somebody who has sneezed
Jesús Jesus Jezus — bijbelse figuur
Jesús Gesundheit à tes souhaitsformule de politesse que l’on dit à une personne qui vient d’éternuer, et que l’on tutoie.

Verwante vertalingen van Jesus