Duits
Uitgebreide vertaling voor vermuten (Duits) in het Spaans
vermuten:
-
vermuten (mutmaßen; schätzen; glauben; annehmen; Vermutung anstellen)
adivinar; especular; conjeturar; estimar; presumir; hacer conjeturas; suponer; barruntar; presuponer-
adivinar werkwoord
-
especular werkwoord
-
conjeturar werkwoord
-
estimar werkwoord
-
presumir werkwoord
-
hacer conjeturas werkwoord
-
suponer werkwoord
-
barruntar werkwoord
-
presuponer werkwoord
-
-
vermuten (annehmen; postulieren; schätzen; mutmaßen)
Conjugations for vermuten:
Präsens
- vermute
- vermutest
- vermutet
- vermuten
- vermutet
- vermuten
Imperfekt
- vermutete
- vermutetest
- vermutete
- vermuteten
- vermutetet
- vermuteten
Perfekt
- habe vermutet
- hast vermutet
- hat vermutet
- haben vermutet
- habt vermutet
- haben vermutet
1. Konjunktiv [1]
- vermute
- vermutest
- vermute
- vermuten
- vermutet
- vermuten
2. Konjunktiv
- vermutete
- vermutetest
- vermutete
- vermuteten
- vermutetet
- vermuteten
Futur 1
- werde vermuten
- wirst vermuten
- wird vermuten
- werden vermuten
- werdet vermuten
- werden vermuten
1. Konjunktiv [2]
- würde vermuten
- würdest vermuten
- würde vermuten
- würden vermuten
- würdet vermuten
- würden vermuten
Diverses
- vermut!
- vermutet!
- vermuten Sie!
- vermutet
- vermutend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor vermuten:
Synoniemen voor "vermuten":
Wiktionary: vermuten
vermuten
Cross Translation:
verb
-
etwas für glaubhaft oder wahrscheinlich halten
- vermuten → suponer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vermuten | → conjeturar | ↔ conjecture — to guess |
• vermuten | → suponer; concluir; tantear; estimar | ↔ reckon — to conclude, as by an enumeration and balancing of chances; hence, to think; to suppose |
• vermuten | → suponer | ↔ suppose — theorize; hypothesize |
• vermuten | → suponer; conjeturar; presumir | ↔ surmise — to conjecture, to opine or to posit with contestable premises |
• vermuten | → presentir; suponer | ↔ vermoeden — een gedachte koesteren waarvan men niet zeker is maar die een zekere waarschijnlijkheid inhoudt |
• vermuten | → conjeturar | ↔ gissen — een vermoeden uitspreken over iets |
• vermuten | → conjeturar | ↔ conjecturer — inférer par conjecture. |
• vermuten | → suponer | ↔ supposer — Poser une chose pour établie (sens général) |
Vermuten:
Vertaal Matrix voor Vermuten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hipótesis | Annahme; Annehmen; Glaube; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung | Annahme; Hypothese; Theorie; Unterstellung |
presunción | Annahme; Annehmen; Glaube; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung | Ahnung; Angeberei; Annahme; Arroganz; Aufschneiderei; Behauptung; Egoismus; Eigendünkel; Eingebung; Eitelkeit; Geckenhaftigkeit; Geckerei; Geschwollenheit; Großtuer; Großtuerei; Hochmut; Postulat; Prahlerei; Prunk; Selbstgefälligkeit; Stolz; These; Verdacht; Vermutung; Vorgefühl; Wichtigtuerei; Windmacherei |
sospecha | Annahme; Annehmen; Glaube; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung | Ahnung; Argwohn; Mißtrauen; Verdacht; Vermutung; Vorgefühl |
Computer vertaling door derden: