Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. mengen:
  2. Mengen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor mengen (Duits) in het Spaans

mengen:

mengen werkwoord (menge, mengst, mengt, mengte, mengtet, gemengt)

  1. mengen (vermengen; mischen; vermischen; anrühren)
    mezclar; mezclarse
  2. mengen (durcheinanderbringen; mischen; durchschütteln)
    mezclar; remover

Conjugations for mengen:

Präsens
  1. menge
  2. mengst
  3. mengt
  4. mengen
  5. mengt
  6. mengen
Imperfekt
  1. mengte
  2. mengtest
  3. mengte
  4. mengten
  5. mengtet
  6. mengten
Perfekt
  1. habe gemengt
  2. hast gemengt
  3. hat gemengt
  4. haben gemengt
  5. habt gemengt
  6. haben gemengt
1. Konjunktiv [1]
  1. menge
  2. mengest
  3. menge
  4. mengen
  5. menget
  6. mengen
2. Konjunktiv
  1. mengte
  2. mengtest
  3. mengte
  4. mengten
  5. mengtet
  6. mengten
Futur 1
  1. werde mengen
  2. wirst mengen
  3. wird mengen
  4. werden mengen
  5. werdet mengen
  6. werden mengen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde mengen
  2. würdest mengen
  3. würde mengen
  4. würden mengen
  5. würdet mengen
  6. würden mengen
Diverses
  1. meng!
  2. mengt!
  3. mengen Sie!
  4. gemengt
  5. mengend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor mengen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mezclar Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mezclar anrühren; durcheinanderbringen; durchschütteln; mengen; mischen; vermengen; vermischen anfügen; beifügen; beigeben; beimischen; bewegen; durcheinanderwerfen; hineintun; hinzufügen; hinzukommen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; mischen; rühren; verwechseln; zufügen
mezclarse anrühren; mengen; mischen; vermengen; vermischen bemühen; zusammenlaufen
remover durcheinanderbringen; durchschütteln; mengen; mischen abbauen; abnehmen; abschwächen; bewegen; durchwühlen; entnehmen; fallen; fortnehmen; herabmindern; herabsetzen; in Bewegung bringen; kürzen; mindern; nachlassen; rauben; reduzieren; rühren; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sich regen; sinken; sparen; stehlen; umziehen; verknappen; vermindern; verringern; versiegen; wegholen; wegnehmen; zurückgehen; zusammengehen

Synoniemen voor "mengen":

  • einblenden; einkopieren; mischen; zusammenschneiden; überlagern
  • dazumischen; einrühren; unterrühren

Wiktionary: mengen


Cross Translation:
FromToVia
mengen mezclar mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout
mengen volver; tornar; voltear; devolver; mezclar; invertir retourneraller de nouveau en un lieu.

Mengen:

Mengen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Mengen (Mixen; Mischen; Vermischen)
    el mezclar; el derretimiento; la mixtura; la fusión
  2. Mengen (Amalgamation; Mischung; Verschmelzung; Gemisch; Vermischung)
    la amalgamiento; la fusión; la mezcla

Vertaal Matrix voor Mengen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amalgamiento Amalgamation; Gemisch; Mengen; Mischung; Vermischung; Verschmelzung Amalgamation; Verschmelzung
derretimiento Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen Schmelzen
fusión Amalgamation; Gemisch; Mengen; Mischen; Mischung; Mixen; Vermischen; Vermischung; Verschmelzung Amalgamation; Durcheinander; Fusion; Gemisch; Melange; Mischung; Schmelze; Schmelzen; Vermischung; Verschmelzung; Zusammenschluß; Zusammenschmelzung
mezcla Amalgamation; Gemisch; Mengen; Mischung; Vermischung; Verschmelzung Allerlei; Bastard; Durcheinander; Gemisch; Hybride; Kreuzung; Melange; Mischung; Mixtur; Varia; Vermischung
mezclar Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen
mixtura Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen Durcheinander; Gemisch; Melange; Mischung; Vermischung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mezclar anfügen; anrühren; beifügen; beigeben; beimischen; bewegen; durcheinanderbringen; durcheinanderwerfen; durchschütteln; hineintun; hinzufügen; hinzukommen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; mengen; mischen; rühren; vermengen; vermischen; verwechseln; zufügen