Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: behandeln

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: behandeln

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. behandeln:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor behandeln (Duits) in het Spaans

behandeln:

behandeln werkwoord (behandele, behandelst, behandelt, behandelte, behandeltet, behandelt)

  1. behandeln (versorgen)
    tratar; elaborar; labrar; atender a; asistir de
  2. behandeln (begegnen)
    tratar

Conjugations for behandeln:

Präsens
  1. behandele
  2. behandelst
  3. behandelt
  4. behandelen
  5. behandelt
  6. behandelen
Imperfekt
  1. behandelte
  2. behandeltest
  3. behandelte
  4. behandelten
  5. behandeltet
  6. behandelten
Perfekt
  1. habe behandelt
  2. hast behandelt
  3. hat behandelt
  4. haben behandelt
  5. habt behandelt
  6. haben behandelt
1. Konjunktiv [1]
  1. behandele
  2. behandelest
  3. behandele
  4. behandelen
  5. behandelet
  6. behandelen
2. Konjunktiv
  1. behandelte
  2. behandeltest
  3. behandelte
  4. behandelten
  5. behandeltet
  6. behandelten
Futur 1
  1. werde behandeln
  2. wirst behandeln
  3. wird behandeln
  4. werden behandeln
  5. werdet behandeln
  6. werden behandeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde behandeln
  2. würdest behandeln
  3. würde behandeln
  4. würden behandeln
  5. würdet behandeln
  6. würden behandeln
Diverses
  1. behandel!
  2. behandelt!
  3. behandelen Sie!
  5. behandelt
  6. behandelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor behandeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tratar Probieren; Versuchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asistir de behandeln; versorgen
atender a behandeln; versorgen abhören; aufmerksahm zuhören; ausforschen; ausfragen; befolgen; befragen; folgen; für etwas sorgen; gehorchen; gönnen; hinhören; horchen; hören; nachfolgen; nachkommen; pflegen; sorgen; verhören; verpflegen; versorgen; zuerkennen; zugestehen; zuhören; zuteilen; zuweisen; überreichen
elaborar behandeln; versorgen abgrenzen; abstecken; abwandeln; abwechseln; abzeichnen; abzäunen; abändern; amendieren; anfertigen; ausbauen; ausbilden; auswirken; begrenzen; bilden; einhegen; eintauschen; einzäunen; entarten; entfalten; entstehen; entwickeln; erblühen; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; festlegen; flattern; formen; gestalten; heranbilden; herstellen; kneten; machen; modellieren; neppen; prellen; produzieren; tauschen; trassieren; umzäunen; variieren; verfassen; verfertigen; verändern; vorbringen; wechseln; zeugen; ändern; übervorteilen
labrar behandeln; versorgen umpflügen; unterpflügen
tratar begegnen; behandeln; versorgen abfertigen; abhandeln; annehmen; einklarieren; erfüllen; erproben; probieren; tackeln; versuchen

Synoniemen voor "behandeln":


Wiktionary: behandeln

Cross Translation:
FromToVia
• behandeln → mencionar ↔ cover — mention
• behandeln → tratar ↔ deal — be concerned with
• behandeln → ocuparse; manejar ↔ deal — handle, manage
• behandeln → tratar ↔ treat — to handle, deal with or behave towards in a specific way
• behandeln → elaborar ↔ bewerken — veranderen om iets voor een of ander doel geschikt te maken
• behandeln → tratar ↔ bejegenen — iemand op een bepaalde wijze behandelen
• behandeln → tratar ↔ behandelen — bespreken, spreken of schrijven over
• behandeln → tratar ↔ behandelen — verwerken
• behandeln → sanar; curar; guarir ↔ guérir — délivrer d’un mal physique.
• behandeln → sanar; curar; guarir ↔ guérir — Se délivrer d’un mal physique.
• behandeln → cuidar; atender a; cuidar de; curar; medicar ↔ soigner — avoir soin de quelqu’un ou de quelque chose.
• behandeln → tratar ↔ traiter — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van behandeln







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0325 seconde
Page rendered in 1.0 seconds