Lehrling: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Lehrling:
- estudiante; alumno; pupilo; escolar; alumna; discípulo; pupila; aprendiz; chiquillo; educando; discípula; miembro juvenil; voluntaria; persona que hace prácticas; peón; gañán; yunta; criado; sirviente; recadero; mozo
Wiktionary:
- Lehrling → aprendiz
- Lehrling → aprendiz

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lehrling (Duits) in het Spaans

Lehrling:

Lehrling [der ~] zelfstandig naamwoord

der Lehrling (Schüler; Schülerin)
el estudiante; el alumno; el pupilo; el escolar; la alumna; el discípulo; la pupila; el aprendiz; el chiquillo; el educando; la discípula
- estudiante [el ~] zelfstandig naamwoord
- alumno [el ~] zelfstandig naamwoord
- pupilo [el ~] zelfstandig naamwoord
- escolar [el ~] zelfstandig naamwoord
- alumna [la ~] zelfstandig naamwoord
- discípulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- pupila [la ~] zelfstandig naamwoord
- aprendiz [el ~] zelfstandig naamwoord
- chiquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- educando [el ~] zelfstandig naamwoord
- discípula [la ~] zelfstandig naamwoord
der Lehrling (Auszubildende; Lehrjunge)
el estudiante; el alumno; el miembro juvenil; la voluntaria; el pupilo; la persona que hace prácticas
- estudiante [el ~] zelfstandig naamwoord
- alumno [el ~] zelfstandig naamwoord
- miembro juvenil [el ~] zelfstandig naamwoord
- voluntaria [la ~] zelfstandig naamwoord
- pupilo [el ~] zelfstandig naamwoord
- persona que hace prácticas [la ~] zelfstandig naamwoord
der Lehrling
el peón; el aprendiz; el gañán; el yunta; el criado; el sirviente
- peón [el ~] zelfstandig naamwoord
- aprendiz [el ~] zelfstandig naamwoord
- gañán [el ~] zelfstandig naamwoord
- yunta [el ~] zelfstandig naamwoord
- criado [el ~] zelfstandig naamwoord
- sirviente [el ~] zelfstandig naamwoord
der Lehrling
el recadero
- recadero [el ~] zelfstandig naamwoord
der Lehrling (Lehrjunge)
el estudiante; el mozo; el aprendiz; el miembro juvenil; la voluntaria; el chiquillo; el discípulo; la pupila; el pupilo; el educando; la discípula; la persona que hace prácticas
- estudiante [el ~] zelfstandig naamwoord
- mozo [el ~] zelfstandig naamwoord
- aprendiz [el ~] zelfstandig naamwoord
- miembro juvenil [el ~] zelfstandig naamwoord
- voluntaria [la ~] zelfstandig naamwoord
- chiquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- discípulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- pupila [la ~] zelfstandig naamwoord
- pupilo [el ~] zelfstandig naamwoord
- educando [el ~] zelfstandig naamwoord
- discípula [la ~] zelfstandig naamwoord
- persona que hace prácticas [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lehrling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alumna	Lehrling; Schüler; Schülerin	Kursist; Kursistin; Praktikant; Schülerin; Studentin
alumno	Auszubildende; Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Anhänger; Geselle; Jünger; Kursist; Kursistin; Nachfolger; Praktikant; Schüler; Schülerin; Student; Studentin; Verfolger
aprendiz	Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Auszubildender; Praktikant
chiquillo	Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Bube; Bursche; Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Gör; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleines Kind; Kleinkind; Knabe; Knirps; Praktikant; Sprößling; Wicht
criado	Lehrling	Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Stallknecht
discípula	Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Anhänger; Geselle; Jünger; Nachfolger; Praktikant; Schülerin; Studentin; Verfolger
discípulo	Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Anhänger; Geselle; Jünger; Nachfolger; Praktikant; Schüler; Schülerin; Student; Studentin; Verfolger
educando	Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Praktikant
escolar	Lehrling; Schüler; Schülerin	Schulkind; Schüler
estudiante	Auszubildende; Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Kursist; Kursistin; Praktikant; Schüler; Schülerin; Student; Studentin; Teilnehmer
gañán	Lehrling	Assistent; Aushilfe; Bediente; Diener; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Hausdiener; Helfer; Hilfe; Knecht; Mitarbeiter; Sekundant; Stallknecht
miembro juvenil	Auszubildende; Lehrjunge; Lehrling	Praktikant
mozo	Lehrjunge; Lehrling	Boy; Hausdiener; Hirtenjunge; Kellner; Laufbursche; Laufjunge; Ober; Praktikant; Serviererin; kleiner Knecht
persona que hace prácticas	Auszubildende; Lehrjunge; Lehrling	Praktikant
peón	Lehrling	Arbeiter; Arbeitskraft; Bediente; Diener; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Hilfsarbeiter; Kammerdiener; Kerl; Knecht; Mann; Schachspielbauer; Spielstein; Stallknecht; Straßenarbeiter
pupila	Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Praktikant
pupilo	Auszubildende; Lehrjunge; Lehrling; Schüler; Schülerin	Praktikant
recadero	Lehrling
sirviente	Lehrling	Assistent; Aushilfe; Bediente; Diener; Gehilfe; Gehilfin; Geselle; Hausdiener; Haushaltsaushilfskraft; Haushaltshilfe; Helfer; Hilfe; Knecht; Mitarbeiter; Sekundant; Stallknecht
voluntaria	Auszubildende; Lehrjunge; Lehrling	Freiwillige; Praktikant
yunta	Lehrling	Bediente; Diener; Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Paar
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
escolar		schul; schulmäßig

Synoniemen voor "Lehrling":

Auszubildender; Azubi; Stift; Berufstätiger

Wiktionary: Lehrling

Lehrling

noun

Person, die in eine Lehre absolviert, einen Beruf erlernt
- Lehrling → aprendiz

Cross Translation:

From	To	Via
• Lehrling	→ aprendiz	↔ apprentice — trainee, especially in a skilled trade

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Lehrling

jüngster Lehrling

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Lehrling

Uitgebreide vertaling voor Lehrling (Duits) in het Spaans

Lehrling:

Lehrling [der ~] zelfstandig naamwoord

der Lehrling (Schüler; Schülerin)

der Lehrling (Auszubildende; Lehrjunge)

der Lehrling

der Lehrling

der Lehrling (Lehrjunge)

Vertaal Matrix voor Lehrling:

Synoniemen voor "Lehrling":

Wiktionary: Lehrling

Verwante vertalingen van Lehrling