Schlimm: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

schlimm:
- grave; desagradable; deplorable; malo; serio; mal; maligno; vil; soez; infame; malicioso; falso; ruin; pérfido; muy fuerte; violento; horrible; horroroso; terrible; tremendo; alarmante; temido; aterrador; espantoso; bárbaro; terrorífico; horrendo; temible; crítico; precario; complicado; delicado; difícil; difícil de contentar; suspicaz; inconveniente; desconfiado; escabroso; inquietante; receloso; falsamente; estremecedor; escalofriante; espeluznante; endemoniado; enojado; desafinado; malvado; falsificado; enfadado; atravesado; airado; colérico; indebidamente; malamente; impertinente; fastidioso; desfachatado; descarado; grosero; incorrecto; desconsiderado; mal educado; con mala educación; demasiado desenvuelto; bajo; sinvergüenza; a sotavento; indigno; ordinario; indecente; obsceno; andrajoso; vilmente; bajamente; innoble
Wiktionary:
- schlimm → malvado, malo
- schlimm → malo, dolorido, mal, malvado

Duits

Uitgebreide vertaling voor schlimm (Duits) in het Spaans

schlimm:

schlimm bijvoeglijk naamwoord

schlimm (kritisch; ernst)
grave; desagradable; deplorable; malo; serio
- grave bijvoeglijk naamwoord
- desagradable bijvoeglijk naamwoord
- deplorable bijvoeglijk naamwoord
- malo bijvoeglijk naamwoord
- serio bijvoeglijk naamwoord
schlimm (ernsthaft)
grave; serio
- grave bijvoeglijk naamwoord
- serio bijvoeglijk naamwoord
schlimm (niederträchtig; schlecht; böse; übel; hinterhältig; heimtückisch; gemein; bösartig; mies; boshaft; tückisch; hinterlistig)
mal; malo; maligno; vil; soez; infame; malicioso; falso; ruin; pérfido
- mal bijvoeglijk naamwoord
- malo bijvoeglijk naamwoord
- maligno bijvoeglijk naamwoord
- vil bijvoeglijk naamwoord
- soez bijvoeglijk naamwoord
- infame bijvoeglijk naamwoord
- malicioso bijvoeglijk naamwoord
- falso bijvoeglijk naamwoord
- ruin bijvoeglijk naamwoord
- pérfido bijvoeglijk naamwoord
schlimm (gewaltsam; heftig; stark; hitzig; feurig; kräftig; erregt; gereizt; intensiv; hart; inbrünstig)
muy fuerte; violento
- muy fuerte bijvoeglijk naamwoord
- violento bijvoeglijk naamwoord
schlimm (entsetzlich; schrecklich; furchtbar; fürchterlich)
horrible; horroroso; terrible; tremendo; alarmante; temido; aterrador; espantoso; bárbaro; infame; terrorífico; grave; horrendo; temible
- horrible bijvoeglijk naamwoord
- horroroso bijvoeglijk naamwoord
- terrible bijvoeglijk naamwoord
- tremendo bijvoeglijk naamwoord
- alarmante bijvoeglijk naamwoord
- temido bijvoeglijk naamwoord
- aterrador bijvoeglijk naamwoord
- espantoso bijvoeglijk naamwoord
- bárbaro bijvoeglijk naamwoord
- infame bijvoeglijk naamwoord
- terrorífico bijvoeglijk naamwoord
- grave bijvoeglijk naamwoord
- horrendo bijvoeglijk naamwoord
- temible bijvoeglijk naamwoord
schlimm (prekär; lästig; schwierig; heikel; mißlich; furchtbar; unbequem; unangenehm; brenzlig; schwer; peinlich; gefährlich; drohend; beschwerlich; hinderlich; delikat; zudringlich; feindlich; unbestimmt; bedrohlich; aufdringlich; verfänglich; mäkelig)
crítico; precario; complicado; delicado; difícil; difícil de contentar
- crítico bijvoeglijk naamwoord
- precario bijvoeglijk naamwoord
- complicado bijvoeglijk naamwoord
- delicado bijvoeglijk naamwoord
- difícil bijvoeglijk naamwoord
- difícil de contentar bijvoeglijk naamwoord
schlimm (argwöhnisch; bedenklich)
suspicaz; inconveniente; falso; desconfiado; escabroso; grave; inquietante; receloso; falsamente
- suspicaz bijvoeglijk naamwoord
- inconveniente bijvoeglijk naamwoord
- falso bijvoeglijk naamwoord
- desconfiado bijvoeglijk naamwoord
- escabroso bijvoeglijk naamwoord
- grave bijvoeglijk naamwoord
- inquietante bijvoeglijk naamwoord
- receloso bijvoeglijk naamwoord
- falsamente bijvoeglijk naamwoord
schlimm (übel)
vil; infame
- vil bijvoeglijk naamwoord
- infame bijvoeglijk naamwoord
schlimm (schrecklich; entsetzlich; unerhört; furchtbar; fürchterlich; grausig; scheußlich; grauenerregend)
estremecedor; horrible; tremendo; espantoso; terrible; horroroso; aterrador; escalofriante; espeluznante; alarmante; horrendo; endemoniado; terrorífico
- estremecedor bijvoeglijk naamwoord
- horrible bijvoeglijk naamwoord
- tremendo bijvoeglijk naamwoord
- espantoso bijvoeglijk naamwoord
- terrible bijvoeglijk naamwoord
- horroroso bijvoeglijk naamwoord
- aterrador bijvoeglijk naamwoord
- escalofriante bijvoeglijk naamwoord
- espeluznante bijvoeglijk naamwoord
- alarmante bijvoeglijk naamwoord
- horrendo bijvoeglijk naamwoord
- endemoniado bijvoeglijk naamwoord
- terrorífico bijvoeglijk naamwoord
schlimm (handelen mit schlechten Gedanken; falsch; schlecht; übel; zornig; hinterlistig; doppelzüngig; böse; arg; tückisch; bösartig)
enojado; falso; malo; mal; maligno; desafinado; malvado; falsificado; enfadado; atravesado; airado; colérico; pérfido; indebidamente; malamente; falsamente
- enojado bijvoeglijk naamwoord
- falso bijvoeglijk naamwoord
- malo bijvoeglijk naamwoord
- mal bijvoeglijk naamwoord
- maligno bijvoeglijk naamwoord
- desafinado bijvoeglijk naamwoord
- malvado bijvoeglijk naamwoord
- falsificado bijvoeglijk naamwoord
- enfadado bijvoeglijk naamwoord
- atravesado bijvoeglijk naamwoord
- airado bijvoeglijk naamwoord
- colérico bijvoeglijk naamwoord
- pérfido bijvoeglijk naamwoord
- indebidamente bijvoeglijk naamwoord
- malamente bijvoeglijk naamwoord
- falsamente bijvoeglijk naamwoord
schlimm (brutal; gewaltsam; ungehörig; unverschämt; unhöflich; ungezogen; grob; grausam; dreist; gewalttätig; unpassend; unschicklich; taktlos; frech; unangenehm; gräßlich; unanständig; eiskalt; unartig; flegelhaft; schamlos; zudringlich; rotzfrech; ungesittet; unmanierlich)
impertinente; fastidioso; desfachatado; descarado; grosero; desagradable; incorrecto; desconsiderado; mal educado; con mala educación; demasiado desenvuelto
- impertinente bijvoeglijk naamwoord
- fastidioso bijvoeglijk naamwoord
- desfachatado bijvoeglijk naamwoord
- descarado bijvoeglijk naamwoord
- grosero bijvoeglijk naamwoord
- desagradable bijvoeglijk naamwoord
- incorrecto bijvoeglijk naamwoord
- desconsiderado bijvoeglijk naamwoord
- mal educado bijvoeglijk naamwoord
- con mala educación bijvoeglijk naamwoord
- demasiado desenvuelto bijvoeglijk naamwoord
schlimm (schuftig; öffentlich; tief; niedrig; schwach; schmutzig; schlecht; winzig; gemein; platt; scheußlich; seicht; schäbig; verrucht; tückisch; schweinisch; obszön; trivial; verbrecherisch; schlüpfrig; schelmisch; niederträchtig; schofel; schwächlich; schamlos; schmählich; schändlich; unedel; schurkisch; nicht adlig)
bajo; sinvergüenza; a sotavento; malo; grosero; vil; indigno; ordinario; infame; indecente; obsceno; andrajoso; vilmente; bajamente; innoble
- bajo bijvoeglijk naamwoord
- sinvergüenza bijvoeglijk naamwoord
- a sotavento bijvoeglijk naamwoord
- malo bijvoeglijk naamwoord
- grosero bijvoeglijk naamwoord
- vil bijvoeglijk naamwoord
- indigno bijvoeglijk naamwoord
- ordinario bijvoeglijk naamwoord
- infame bijvoeglijk naamwoord
- indecente bijvoeglijk naamwoord
- obsceno bijvoeglijk naamwoord
- andrajoso bijvoeglijk naamwoord
- vilmente bijvoeglijk naamwoord
- bajamente bijvoeglijk naamwoord
- innoble bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor schlimm:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bajo		Baß; Kontrabaß; Sandbank
bárbaro		Barbar; Rohling; Unmensch; Wüterich; ein roher Mensch; roher Mensch
crítico		Kritiker; Rezensent
descarado		Heini; Kaffer; Provinzler
falso		Falsche
fastidioso		Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel
grosero		Bauer; Bauernlümmel; Bauerntölpel; Derbheit; Dreckskerl; Ekel; Fittich; Flegel; Flegelhaftigkeit; Grobheit; Grobian; Heini; Kaffer; Lump; Lümmel; Plumpheit; Prolet; Provinzler; Roheit; Rülpser; Rüpel; Schroffheit; Schuft; Stiesel; Tölpel; Unhöflichkeit; blöder Sack; elender Kerl; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl; ungeschliffener Kerl
inconveniente		Abbruch; Beanstandung; Belästigung; Beschwerde; Beschwerlichkeit; Klage; Krankheit; Leiden; Lästigkeit; Nachteil; Qual; Quälung; Schade; Schaden; Schattenseite; Schwierigkeit; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Ärger; Ärgernis; Übel
mal		Beanstandung; Belästigung; Beschwerde; Beschwerlichkeit; Klage; Krankheit; Leiden; Lästigkeit; Satan; Schwierigkeit; Teufel; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Ärger; Ärgernis; Übel
mal educado		Bauer; Bauernlümmel; Bauerntölpel; Dreckskerl; Ekel; Fittich; Flegel; Grobian; Lump; Lümmel; Prolet; Rülpser; Rüpel; Schuft; Stiesel; Tölpel; blöder Sack; elender Kerl; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl; ungeschliffener Kerl
malicioso		Angeber; Schlawiner; Schleicher
malo		Schuft; Schurke
malvado		Bandit; Bösewicht; Frevler; Lump; Schuft; Schurke; Unhold; hinterlistige Person; Übeltäter
sinvergüenza		Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Giftnudel; Grobian; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter
vil		Dieb
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
maligno		boshaft
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
a sotavento	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	abgestanden; alltäglich; banal; bäuerisch; derb; dick; dumpf; dumpfig; dürftig; eben; egal; einfach; ekelhaft; falsch; faul; fett; fettartig; fettig; flach; fühllos; garstig; gehässig; gemein; gering; gleich; grob; gängig; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; mies; niederträchtig; obszön; platt; rüde; schal; schamlos; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schäbig; schändlich; trivial; ungeschlacht; verrucht; winzig
airado	arg; bösartig; böse; doppelzüngig; falsch; handelen mit schlechten Gedanken; hinterlistig; schlecht; schlimm; tückisch; zornig; übel	Haßerfüllt; aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; borstig; böse; eifersüchtig; ergrimmt; erzürnt; frisch; frostig; fuchsteufelswild; garstig; gehässig; geladen; giftig; grimmig; jähzornig; kühl; neidisch; rasend; sauer; ungestüm; unwillig; unwirsch; verbissen; verstimmt; wütend; zornig; ärgerlich; übel
alarmante	entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; grauenerregend; grausig; scheußlich; schlimm; schrecklich; unerhört	abscheulich; angsterregend; arg; bedrohlich; bedrängt; besorgniserregend; betrübt; beunruhigend; brenzlig; drohend; eingehend; einschneidend; elend; empörend; entsetzlich; feindlich; freudlos; furchtbar; furchterregend; fürchterlich; gefährlich; geisterhaft; gespensterhaft; gespenstig; gespenstisch; gewaltig; gottverdammt; grauenerregend; grausam; grausig; grob; gräßlich; himmelschreiend; infam; jammervoll; mörderisch; schaudererregend; schauderhaft; schauervoll; schaurig; scheußlich; schmählich; schrecken erregend; schreckenerregend; schreckhaft; schrecklich; schändlich; skandalös; teuflisch; tierisch; unerhört; ungehört; unheimlich; unverschämt; verteufelt
andrajoso	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	alltäglich; armselig; armutig; ausgekocht; banal; bösartig; böse; doppelzüngig; durchtrieben; dürftig; einfach; elend; falsch; fühllos; gehässig; gemein; gerieben; gering; gerissen; geschliffen; gewandt; gewichst; glatt; gängig; heimtückisch; hinterfotzig; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; listig; mies; mittellos; nachlässig; niederträchtig; raffiniert; schamlos; schlampig; schlau; schlottrig; schmierig; schmutzig; schmählich; schuftig; schurkisch; schäbig; tückisch; unansehnlich; verlottert; verludert; verrucht; verräterisch; verschlagen; verstohlen; winzig; zerlumpt; ärmlich
aterrador	entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; grauenerregend; grausig; scheußlich; schlimm; schrecklich; unerhört	abscheuerregend; abschreckend; angsteinjagend; angsterweckend; arg; besorgniserregend; beunruhigend; ekelhaft; entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; gespensterhaft; gespenstig; gespenstisch; gewaltig; grauenerregend; grausam; grausig; gruselig; gräßlich; jammervoll; mörderisch; schaudererregend; schauderhaft; schauervoll; schaurig; scheußlich; schreckeinjagend; schrecken erregend; schreckenerregend; schreckhaft; schrecklich; schändlich; sinister; teuflisch; tierisch; unheimlich; verteufelt
atravesado	arg; bösartig; böse; doppelzüngig; falsch; handelen mit schlechten Gedanken; hinterlistig; schlecht; schlimm; tückisch; zornig; übel	durchbrochen; durchgehakt; durchgehauen; gebrochen; überarbeitet; überreizt
bajamente	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	abgestanden; alltäglich; banal; bäuerisch; derb; dick; dumpf; dumpfig; dürftig; einfach; ekelhaft; falsch; faul; fett; fettartig; fettig; fühllos; garstig; gehässig; gemein; gering; grob; gängig; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; mies; niederträchtig; obszön; platt; rüde; schal; schamlos; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schäbig; schändlich; trivial; ungeschlacht; verrucht; winzig
bajo	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	abgefeimt; abgestanden; alltäglich; arm; armselig; ausgekocht; banal; bäuerisch; bösartig; böse; derb; dick; doppelzüngig; dumpf; dumpfig; durchtrieben; dürftig; einfach; ekelhaft; falsch; faul; fett; fettartig; fettig; fühllos; garstig; gebrechlich; gehässig; gemein; gerieben; gering; gerissen; geschliffen; gewandt; gewichst; gewöhnlich; glatt; grob; gängig; heimtückisch; hinfällig; hinterfotzig; hinterhältig; hinterlistig; karg; klein; kleinlich; knapp; kärglich; landläufig; listig; mies; minderwertig; nicht oben; niederträchtig; niedrig; obszön; ordinär; platt; raffiniert; rüde; schal; schamlos; schlau; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schäbig; schändlich; teuflisch; tief; tiefhängend; trivial; tückisch; ungenügend; ungeschlacht; unter; unter dem Mindestmaß; untergeordnet; unzureichend; verrucht; verräterisch; verschlagen; verstohlen; vulgär; winzig; während; zweitklassig; zweitrangig; ärmlich; äußerst klein
bárbaro	entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; schlimm; schrecklich	abscheuerregend; abscheulich; barbarisch; bestialisch; betrübt; brutal; eingehend; einschneidend; elend; empörend; entsetzlich; freudlos; furchtbar; fürchterlich; gewaltig; gottverdammt; grauenerregend; grausam; grausig; grob; gräßlich; hart; herzlos; himmelschreiend; infam; roh; scharf; schaudererregend; schauderhaft; schauervoll; schaurig; scheußlich; schmählich; schrecklich; schwach; schändlich; skandalös; unerhört; ungehört; unmenschlich; unverschämt; weich; wild
colérico	arg; bösartig; böse; doppelzüngig; falsch; handelen mit schlechten Gedanken; hinterlistig; schlecht; schlimm; tückisch; zornig; übel	bitterböse; entflammt; enzündet; giftig; heftig; hitzig; hitzköpfig; wutentbrannt
complicado	aufdringlich; bedrohlich; beschwerlich; brenzlig; delikat; drohend; feindlich; furchtbar; gefährlich; heikel; hinderlich; lästig; mißlich; mäkelig; peinlich; prekär; schlimm; schwer; schwierig; unangenehm; unbequem; unbestimmt; verfänglich; zudringlich	bedrängt; eingewickelt in; komplex; kompliziert; lästig; nicht einfach; nicht im richtigen Moment; schwierig; unangenehm; unbequem; unfähig; ungeeignet; ungelegen; unpassend; unrecht; verwickelt
con mala educación	brutal; dreist; eiskalt; flegelhaft; frech; gewaltsam; gewalttätig; grausam; grob; gräßlich; rotzfrech; schamlos; schlimm; taktlos; unangenehm; unanständig; unartig; ungehörig; ungesittet; ungezogen; unhöflich; unmanierlich; unpassend; unschicklich; unverschämt; zudringlich
crítico	aufdringlich; bedrohlich; beschwerlich; brenzlig; delikat; drohend; feindlich; furchtbar; gefährlich; heikel; hinderlich; lästig; mißlich; mäkelig; peinlich; prekär; schlimm; schwer; schwierig; unangenehm; unbequem; unbestimmt; verfänglich; zudringlich	bedrängt; lästig
delicado	aufdringlich; bedrohlich; beschwerlich; brenzlig; delikat; drohend; feindlich; furchtbar; gefährlich; heikel; hinderlich; lästig; mißlich; mäkelig; peinlich; prekär; schlimm; schwer; schwierig; unangenehm; unbequem; unbestimmt; verfänglich; zudringlich	anmutig; baufällig; bedrängt; brechbar; brüchig; delikat; dünn; dürftig; edel; elegant; empfindlich; empfindsam; entzückend; fein; feiner Geschmack; feinfühlig; feinsinnig; flau; galant; gebrechlich; gemütlich; geschmeidig; gläsern; grazil; graziös; grundlos; heikel; hilflos; hinfällig; hold; hübsch; klapperig; klapprig; krakelig; kränklich; leichtgebaut; liebend; lieblich; lästig; marode; matt; mürbe; quetschbar; rank; reizend; ruinös; sanft; sanftmütig; schick; schlaff; schlank; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; scmächtig; störend; subtil; unangenehm; unbequem; verblümt; verderblich; vergammelt; verletzbar; verschmitzt; verwundbar; wackelig; wacklig; weichlich; zart; zartbesaitet; zerbrechlich; zierlich; zierlich gebaut; zärtlich
demasiado desenvuelto	brutal; dreist; eiskalt; flegelhaft; frech; gewaltsam; gewalttätig; grausam; grob; gräßlich; rotzfrech; schamlos; schlimm; taktlos; unangenehm; unanständig; unartig; ungehörig; ungesittet; ungezogen; unhöflich; unmanierlich; unpassend; unschicklich; unverschämt; zudringlich	anmaßend; arrogant; bäuerisch; derb; doof; dreist; dörflich; flegelhaft; frech; grob; grobschlächtig; klobig; plump; schwerfällig; täppisch; tölpelhaft

Synoniemen voor "schlimm":

böse; schlecht; übel
bedenklich; ernstlich; schwer

Wiktionary: schlimm

schlimm

adjective

sittlich: gegen anerkannte Werte verstoßend
- schlimm → malvado
allgemein: sehr negativ; nicht gut
- schlimm → malo

Cross Translation:

From	To	Via
• schlimm	→ malo	↔ bad — not good
• schlimm	→ dolorido	↔ sore — causing pain
• schlimm	→ malo; mal	↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable.
• schlimm	→ malo; malvado	↔ méchant — mauvais, antonyme : lien\|bon\|fr.

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: schlimm

Uitgebreide vertaling voor schlimm (Duits) in het Spaans

schlimm:

schlimm bijvoeglijk naamwoord

schlimm (kritisch; ernst)

schlimm (ernsthaft)

schlimm (niederträchtig; schlecht; böse; übel; hinterhältig; heimtückisch; gemein; bösartig; mies; boshaft; tückisch; hinterlistig)

schlimm (gewaltsam; heftig; stark; hitzig; feurig; kräftig; erregt; gereizt; intensiv; hart; inbrünstig)

schlimm (entsetzlich; schrecklich; furchtbar; fürchterlich)

schlimm (prekär; lästig; schwierig; heikel; mißlich; furchtbar; unbequem; unangenehm; brenzlig; schwer; peinlich; gefährlich; drohend; beschwerlich; hinderlich; delikat; zudringlich; feindlich; unbestimmt; bedrohlich; aufdringlich; verfänglich; mäkelig)

schlimm (argwöhnisch; bedenklich)

schlimm (übel)

schlimm (schrecklich; entsetzlich; unerhört; furchtbar; fürchterlich; grausig; scheußlich; grauenerregend)

schlimm (handelen mit schlechten Gedanken; falsch; schlecht; übel; zornig; hinterlistig; doppelzüngig; böse; arg; tückisch; bösartig)

schlimm (brutal; gewaltsam; ungehörig; unverschämt; unhöflich; ungezogen; grob; grausam; dreist; gewalttätig; unpassend; unschicklich; taktlos; frech; unangenehm; gräßlich; unanständig; eiskalt; unartig; flegelhaft; schamlos; zudringlich; rotzfrech; ungesittet; unmanierlich)

Vertaal Matrix voor schlimm:

Synoniemen voor "schlimm":

Wiktionary: schlimm