Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: dominieren

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: dominieren

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

dominieren:
- dominar; predominar
- resignado; sometido; subordinado; sumiso
Wiktionary:
- dominieren → dominar
- dominieren → dominar

Duits

Uitgebreide vertaling voor dominieren (Duits) in het Spaans

dominieren:

dominieren werkwoord

dominieren (überwiegen; herrschen; beherrschen; vorherrschen)
dominar; predominar
- dominar werkwoord
- predominar werkwoord

dominieren bijvoeglijk naamwoord

dominieren (dominiert; beherrschen; beherrscht)
resignado; sometido; subordinado; sumiso
- resignado bijvoeglijk naamwoord
- sometido bijvoeglijk naamwoord
- subordinado bijvoeglijk naamwoord
- sumiso bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor dominieren:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
subordinado		Untergebene; Untergeordnete
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dominar	beherrschen; dominieren; herrschen; vorherrschen; überwiegen	abrichten; anfügen; befehlen; begreifen; beherrschen; beifügen; beilegen; beschränken; bestreichen; bezwingen; bezähmen; blockieren; bändigen; die Oberhand haben; dressieren; dämpfen; eindeichen; eindämmen; einhegen; einkapseln; einkreisen; einpferchen; einreiten; einschließen; einschränken; einsperren; einsäumen; enthalten; erfassen; gebieten; herrschen; hinzufügen; in Zucht halten; kommandieren; kontrollieren; lenken; mächtig sein; mächtiger sein; regieren; schalten; schließen; steuern; umfassen; umschließen; umziehen; unterdrücken; verkapseln; walten; weiterreichen; zähmen; zügeln
predominar	beherrschen; dominieren; herrschen; vorherrschen; überwiegen	befehlen; beherrschen; gebieten; herrschen; kommandieren; kontrollieren; lenken; regieren; steuern
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
resignado	beherrschen; beherrscht; dominieren; dominiert	ergeben; geduldig; gelassen; langmütig; passiv; sich fügend; untätig
sometido	beherrschen; beherrscht; dominieren; dominiert	folgsam; füglich; fügsam; gefügig; gehorsam; untertänig; unterworfen
subordinado	beherrschen; beherrscht; dominieren; dominiert	abhängig; folgsam; füglich; fügsam; gefügig; gehorsam; hündisch; inhaltslos; nebensächlich; schlecht; sekundär; untergeben; untergeordnet; untertänig; unterworfen; wertlos
sumiso	beherrschen; beherrscht; dominieren; dominiert	abhängig; bescheiden; dienstbereit; dienstfertig; einfach; folgsam; füglich; fügsam; geduldig; gefällig; gefügig; gehorsam; gelassen; hündisch; inhaltslos; langmütig; nebensächlich; nicht hochmütig; passiv; schlecht; schlicht; sekundär; sich fügend; untergeben; untergeordnet; untertänig; unterworfen; wertlos; willig; zahm; zuvorkommend

Synoniemen voor "dominieren":

beherrschen; die erste Geige spielen; vorherrschen; überragen; überwiegen

Wiktionary: dominieren

dominieren

verb

etwas dominieren: etwas (eine Sache) bestimmen, [maßgeblich] prägen
- dominieren → dominar
jemanden, etwas dominieren: jemanden, etwas beherrschen
- dominieren → dominar

Cross Translation:

From	To	Via
• dominieren	→ dominar	↔ dominate — to govern, rule or control by superior authority or power
• dominieren	→ dominar	↔ domineren — het meest nadrukkelijk op de voorgrond treden
• dominieren	→ dominar	↔ dominer — Commander souverainement, avoir une puissance absolue.