Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Wette

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Wette

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Wette:
  2. wetten:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wette (Duits) in het Spaans

Wette:

Wette [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Wette
    la apuesta; la aventura
    • apuesta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aventura [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wette:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apuesta Wette Einlage; Geldeinsatz; Lied anstimmen; Risiko; Spekulieren; Spielen; Ziel; Zielsetzung; Zweck
aventura Wette Abenteuer; Beruf; Branche; Erlebniss; Erwerb; Geschick; Gewerbe; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Risiko; Schicksal; Schicksale; Seitensprung; Wirtschaft

Synoniemen voor "Wette":


Wiktionary: Wette

Wette
noun
  1. eine zwischen zwei oder mehr Personen getroffene Verabredung, wonach bei Eintreten oder Nichteintreten eines Ereignisses oder bei Nachweis der Gültigkeit oder Nichtgültigkeit einer Behauptung ein vereinbarter Einsatz zwischen den Personen wechselt
Cross Translation:
FromToVia
• Wette → apuesta ↔ bet — a wager
• Wette → apuesta ↔ wager — a stake; a pledge
• Wette → apuesta ↔ pari — Promesse par laquelle on s’engage à payer une certaine somme

wetten:

wetten werkwoord (wette, wettest, wettet, wettete, wettetet, gewettet)

  1. wetten (ich nehme ein Risiko; es wagen)
    apostar; probar suerte; jugar; tentar la suerte; jugarse
  2. wetten (verwetten; einsetzen)
    apostar; jugarse; hacer una apuesta
  3. wetten (spekulieren; spielen)
    apostar
  4. wetten (eine Wette machen)
    apostar; hacer puesta; jugar

Conjugations for wetten:

Präsens
  1. wette
  2. wettest
  3. wettet
  4. wetten
  5. wettet
  6. wetten
Imperfekt
  1. wettete
  2. wettetest
  3. wettete
  4. wetteten
  5. wettetet
  6. wetteten
Perfekt
  1. habe gewettet
  2. hast gewettet
  3. hat gewettet
  4. haben gewettet
  5. habt gewettet
  6. haben gewettet
1. Konjunktiv [1]
  1. wette
  2. wettest
  3. wette
  4. wetten
  5. wettet
  6. wetten
2. Konjunktiv
  1. wettete
  2. wettetest
  3. wettete
  4. wetteten
  5. wettetet
  6. wetteten
Futur 1
  1. werde wetten
  2. wirst wetten
  3. wird wetten
  4. werden wetten
  5. werdet wetten
  6. werden wetten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde wetten
  2. würdest wetten
  3. würde wetten
  4. würden wetten
  5. würdet wetten
  6. würden wetten
Diverses
  1. wett!
  2. wettet!
  3. wetten Sie!
  5. gewettet
  6. wettend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor wetten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apostar Lied anstimmen; Spekulieren; Spielen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apostar eine Wette machen; einsetzen; es wagen; ich nehme ein Risiko; spekulieren; spielen; verwetten; wetten Musik komponieren; anwenden; aufbauen; aufstellen; ausfertigen; beifügen; benutzen; bilden; einsetzen; formieren; gebrauchen; gestalten; handhaben; hantieren; praktizieren; tun; verrichten; verwenden; zufügen
hacer puesta eine Wette machen; wetten
hacer una apuesta einsetzen; verwetten; wetten
jugar eine Wette machen; es wagen; ich nehme ein Risiko; wetten ablegen; abstellen; anbringen; aufstellen; ausspielen; austragen; betten; brühen; darstellen; einordnen; einräumen; einrücken; einstellen; einteilen; einweisen; fügen; gruppieren; hinlegen; hinstellen; installieren; laichen; legen; schalten; schauspielen; schlingen; setzen; stationieren; stecken; stellen; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verlegen; zu Ende spielen
jugarse einsetzen; es wagen; ich nehme ein Risiko; verwetten; wetten anwenden; beim Spielen verlieren; benutzen; einsetzen; gebrauchen; handhaben; hantieren; verscherzen; verspielen; verwenden; verwirken
probar suerte es wagen; ich nehme ein Risiko; wetten
tentar la suerte es wagen; ich nehme ein Risiko; wetten

Synoniemen voor "wetten":


Wiktionary: wetten

wetten
verb
  1. Geld auf den Ausgang eines zukünftigen Ereignisses setzen; eine Wette abschließen
  2. wetten, (dass)…: zum Ausdruck bringen, dass man sich einer Sache ganz sicher ist
Cross Translation:
FromToVia
• wetten → apostar ↔ bet — To stake or pledge upon the outcome of an event
• wetten → jugar; apostar ↔ gamble — to play casino games
• wetten → apostar ↔ wedden — geld wagen op een toekomstige gebeurtenis
• wetten → apostar ↔ parier — Mettre une somme dans un pari. (Sens général).

Verwante vertalingen van Wette







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0654 seconde
Page rendered in 1.0 seconds