Duits
Uitgebreide vertaling voor Trachten (Duits) in het Spaans
trachten:
-
trachten (anstreben; bestreben; erstreben)
aspirar a; tratar de conseguir; intentar; ambicionar; aspirar; empeñarse; afanarse; empeñarse en; esforzarse por-
aspirar a werkwoord
-
tratar de conseguir werkwoord
-
intentar werkwoord
-
ambicionar werkwoord
-
aspirar werkwoord
-
empeñarse werkwoord
-
afanarse werkwoord
-
empeñarse en werkwoord
-
esforzarse por werkwoord
-
-
trachten (erstreben; anstreben; bestreben)
Conjugations for trachten:
Präsens
- trachte
- trachtest
- trachtet
- trachten
- trachtet
- trachten
Imperfekt
- trachtete
- trachtetest
- trachtete
- trachteten
- trachtetet
- trachteten
Perfekt
- habe getrachtet
- hast getrachtet
- hat getrachtet
- haben getrachtet
- habt getrachtet
- haben getrachtet
1. Konjunktiv [1]
- trachte
- trachtest
- trachte
- trachten
- trachtet
- trachten
2. Konjunktiv
- trachtete
- trachtetest
- trachtete
- trachteten
- trachtetet
- trachteten
Futur 1
- werde trachten
- wirst trachten
- wird trachten
- werden trachten
- werdet trachten
- werden trachten
1. Konjunktiv [2]
- würde trachten
- würdest trachten
- würde trachten
- würden trachten
- würdet trachten
- würden trachten
Diverses
- tracht!
- trachtet!
- trachten Sie!
- getrachtet
- trachtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor trachten:
Synoniemen voor "trachten":
Wiktionary: Trachten
Computer vertaling door derden: