Duits

Uitgebreide vertaling voor Prinz (Duits) in het Spaans

Prinz:

Prinz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Prinz (Kronprinz; Thronfolger; Thronanwärter)
    el príncipe heredero; el heredero del trono; el heredero de la corona; el sucesor al trono; el pretendiente al trono

Vertaal Matrix voor Prinz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heredero de la corona Kronprinz; Prinz; Thronanwärter; Thronfolger
heredero del trono Kronprinz; Prinz; Thronanwärter; Thronfolger
pretendiente al trono Kronprinz; Prinz; Thronanwärter; Thronfolger
príncipe heredero Kronprinz; Prinz; Thronanwärter; Thronfolger
sucesor al trono Kronprinz; Prinz; Thronanwärter; Thronfolger

Synoniemen voor "Prinz":


Wiktionary: Prinz

Prinz
noun
  1. Der Sohn eines Königs

Cross Translation:
FromToVia
Prinz príncipe prins — laagste koninklijke titel van een man of jongen
Prinz príncipe prins — hoogste adellijke titel van een man of jongen
Prinz príncipe; infante prince — son or male-line grandson of a reigning monarch