Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Häftling:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Häftling (Duits) in het Spaans

Häftling:

Häftling [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Häftling (Arrestant; Verhaftete)
    el detenido
  2. der Häftling (Gefangene; Verhaftete; Sträfling)
    el detenido; el cautivo; el prisionero; el preso; la detenida
  3. der Häftling (geinternierte; Gefangene; Sträfling)
    el prisionero; el preso; el detenido; el interno; el recluso
    • prisionero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • preso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • detenido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • interno [el ~] zelfstandig naamwoord
    • recluso [el ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Häftling
    el recluso
    • recluso [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Häftling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cautivo Gefangene; Häftling; Sträfling; Verhaftete Zwangsarbeiter
detenida Gefangene; Häftling; Sträfling; Verhaftete
detenido Arrestant; Gefangene; Häftling; Sträfling; Verhaftete; geinternierte
interno Gefangene; Häftling; Sträfling; geinternierte Einwohner; Mieter; Mitbewohner; Zimmerbewohner
preso Gefangene; Häftling; Sträfling; Verhaftete; geinternierte Gefangene; Verurteilte; Zwangsarbeiter
prisionero Gefangene; Häftling; Sträfling; Verhaftete; geinternierte Gefangene; Verurteilte; Zwangsarbeiter
recluso Gefangene; Häftling; Sträfling; geinternierte Zwangsarbeiter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interno geistig; innen; inner; innere; innerlich; intern; inwendig; seelisch; spirituell; wohnende
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cautivo gefangen; verhaftet
detenido dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gefangen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; verhaftet; zuverlässig
preso gefangen; verhaftet

Synoniemen voor "Häftling":

  • Gefängnisinsasse; Knacki; Sträfling; Verurteilter; Zuchthäusler; Gesetzesbrecher; Krimineller; schwerer Junge; Straftäter; Täter; Verbrecher
  • Arrestant; Gefangener; Gefangengenommener; Inhaftierter; Insasse; Knastbruder; Knasti; Strafgefangener; Verhafteter

Wiktionary: Häftling

Häftling
noun
  1. in Freiheitsentzug genommene Person aufgrund einer richterlichen Anordnung (Haftbefehl)
  2. Person, die im Gefängnis eingesperrt ist

Cross Translation:
FromToVia
Häftling preso; prisionero prisonnier — Personne mise en prison