Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Geschäftsführer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschäftsführer (Duits) in het Spaans

Geschäftsführer:

Geschäftsführer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Geschäftsführer (Manager)
    el gerente
    • gerente [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Geschäftsführer (Abteilungsleiter; Geschäftsführerin; Abteilungsleiterin)
    el jefe de departamento; el administrador; el apoderado; el gerente; el director
  3. der Geschäftsführer
    el gerente; el encargado
  4. der Geschäftsführer (Ladenchef)
    el encargado de tienda; el jefe de tienda
  5. der Geschäftsführer (Sachwalter)
    el gerentes

Vertaal Matrix voor Geschäftsführer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
administrador Abteilungsleiter; Abteilungsleiterin; Geschäftsführer; Geschäftsführerin AD-Beamter; Administrator; Anführer; Buchführer; Buchhalter; Chauffeur; Chef; Computeradministrator; Fahrer; Führer; Gebieter; Gouverneur; Gutsverwalter; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Konkurrenzverwalter; Landvogt; Leiter; Lenker; Nachlaßpfleger; Politiker; Staatsmann; Statthalter; SysAdmin; Systemadministrator; Treuhänder; Vermögensverwalter; Verwalter; Vorstand
apoderado Abteilungsleiter; Abteilungsleiterin; Geschäftsführer; Geschäftsführerin Beauftragte; Bevollmächtigte; Gouverneur; Landvogt; Prokurist; Statthalter
director Abteilungsleiter; Abteilungsleiterin; Geschäftsführer; Geschäftsführerin Anführer; Chauffeur; Chef; Chefin; Chefredakteur; Direktor; Fahrer; Führer; Fürst; Gebieter; Gouverneur; Haupt; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Hauptschriftleiter; Herr; Herrscher; Landvogt; Leiter; Leiterin; Lenker; Oberhaupt; Politiker; Staatsmann; Statthalter; Topfrau; Topmann; VIP; Vorgesetzte; Vorstand; Vorsteher
encargado Geschäftsführer Bevollmächtigte; Chefin; Gouverneur; Haupt; Konkurrenzverwalter; Landvogt; Leiterin; Nachlaßpfleger; Statthalter
encargado de tienda Geschäftsführer; Ladenchef
gerente Abteilungsleiter; Abteilungsleiterin; Geschäftsführer; Geschäftsführerin; Manager Anführer; Bevollmächtigte; Chauffeur; Chef; Direktor; Fahrer; Führer; Fürst; Gebieter; Gouverneur; Haupt; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Herr; Herrscher; Konkurrenzverwalter; Landvogt; Leiter; Lenker; Nachlaßpfleger; Oberhaupt; Politiker; Staatsmann; Statthalter; Vorgesetzte; Vorsitzender; Vorstand; Vorsteher
gerentes Geschäftsführer; Sachwalter Arbeitgeber; Chefs; Leiter; Schutzheiligen
jefe de departamento Abteilungsleiter; Abteilungsleiterin; Geschäftsführer; Geschäftsführerin Abteilungsleiter; Abteilungsleiterin
jefe de tienda Geschäftsführer; Ladenchef

Synoniemen voor "Geschäftsführer":


Wiktionary: Geschäftsführer

Geschäftsführer
noun
  1. Wirtschaft: leitender Angestellter einer Personenvereinigung, meist eines Unternehmens

Cross Translation:
FromToVia
Geschäftsführer director bestuurder — een persoon die een bedrijf of organisatie leiding geeft
Geschäftsführer administrador beheerder — een persoon om een bepaald geheel te regelen en te onderhouden of dit beroep