Duits

Uitgebreide vertaling voor Einzelhandel (Duits) in het Spaans

Einzelhandel:

Einzelhandel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Einzelhandel (Kleinhandel)
    la venta al detalle; el comercio minorista; el comercio al por menor
  2. der Einzelhandel (Kleinhandel)
    la industria menuda; la pequeña industria; la industria pequeña
  3. der Einzelhandel
    el comercio al por menor

Vertaal Matrix voor Einzelhandel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comercio al por menor Einzelhandel; Kleinhandel
comercio minorista Einzelhandel; Kleinhandel
industria menuda Einzelhandel; Kleinhandel
industria pequeña Einzelhandel; Kleinhandel
pequeña industria Einzelhandel; Kleinhandel Kleinindustrie
venta al detalle Einzelhandel; Kleinhandel

Synoniemen voor "Einzelhandel":

  • Detailhandel

Wiktionary: Einzelhandel

Einzelhandel
noun
  1. der Verkauf von Waren direkt an den Verbraucher

Cross Translation:
FromToVia
Einzelhandel venta al por menor; venta al detalle retail — sale of goods directly to the consumer

Computer vertaling door derden: