Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. gar:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gar (Duits) in het Spaans

gar:

gar bijvoeglijk naamwoord

  1. gar (fertig; klar)
    cocinado; terminado
  2. gar (bereit; fertig)
    cocido; acabado

Vertaal Matrix voor gar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabado Abkriegen; Ausarbeitung; Ausführung; Beenden; Finier; Finish; Ziel; Ziellinie
cocido Eintopf; Eintopfgericht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acabado bereit; fertig; gar aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet
cocido bereit; fertig; gar ermattet; ermüdet
cocinado fertig; gar; klar
terminado fertig; gar; klar abgerundet; abgeschlossen; aus; aushäusig; beendet; bereit; daraus; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet

Synoniemen voor "gar":


Wiktionary: gar

gar
adverb
  1. sehr, ganz, vollkommen, sogar
  2. süddeutsch, österreichisch, umgangssprachlich: zu Ende, aufgebraucht
  3. Küche, synonym für: gegart, gut gekocht, durchgebraten, durchgebacken

Cross Translation:
FromToVia
gar acabado; listo done — (of food) ready, fully cooked

Verwante vertalingen van gar