Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor bekennen (Duits) in het Spaans
bekennen:
-
bekennen (gestehen; eingestehen)
-
bekennen (einer Religion angehören)
Conjugations for bekennen:
Präsens
- bekenne
- bekennst
- bekennt
- bekennen
- bekennt
- bekennen
Imperfekt
- bekannte
- bekanntest
- bekannte
- bekannten
- bekanntet
- bekannten
Perfekt
- habe bekannt
- hast bekannt
- hat bekannt
- haben bekannt
- habt bekannt
- haben bekannt
1. Konjunktiv [1]
- bekenne
- bekennest
- bekenne
- bekennen
- bekennet
- bekennen
2. Konjunktiv
- bekennte
- bekenntest
- bekennte
- bekennten
- bekenntet
- bekennten
Futur 1
- werde bekennen
- wirst bekennen
- wird bekennen
- werden bekennen
- werdet bekennen
- werden bekennen
1. Konjunktiv [2]
- würde bekennen
- würdest bekennen
- würde bekennen
- würden bekennen
- würdet bekennen
- würden bekennen
Diverses
- bekenn!
- bekennt!
- bekennen Sie!
- bekannt
- bekennend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bekennen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
admitir | bekennen; eingestehen; gestehen | Zutritt verschaffen; auszahlen; beipflichten; bejahen; belohnen; besolden; bewilligen; bezahlen; billigen; dulden; eingehen; einlassen; einwilligen; entbinden; entgelten; entschuldigen; erlauben; ewähren; freilassen; geben; genehmigen; gestatten; gewähren; gut heißen; gutheißen; gönnen; herein lassen; hereinlassen; hinein lassen; hineinlassen; hinterlassen; honorieren; lassen; leiden; nachgeben; nachsagen; vergönnen; vergüten; vorlassen; zuerkennen; zugestehen; zulassen; zustimmen; zuteilen; zuweisen; überreichen |
confesar | bekennen; einer Religion angehören; eingestehen; gestehen | beichten; eingestehen |
profesar | bekennen; einer Religion angehören |
Synoniemen voor "bekennen":
Computer vertaling door derden: