Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: beurteilen

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: beurteilen

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. beurteilen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor beurteilen (Duits) in het Spaans

beurteilen:

beurteilen werkwoord (beurteile, beurteilst, beurteilt, beurteilte, beurteiltet, beurteilt)

  1. beurteilen (kritisieren; jurieren; rezensieren)
    juzgar; criticar; hacer una crítica de
  2. beurteilen (besprechen; durchsprechen; diskutieren; )
    discutir; deliberar; hacer una reseñade; hablar de; hablar sobre; debatir; hacer cambiar de opinión; criticar; persuadir; discutir sobre; deliberar sobre; hacer una crítica de
  3. beurteilen (jurieren; zensurieren)
    ser miembro de jurado

Conjugations for beurteilen:

Präsens
  1. beurteile
  2. beurteilst
  3. beurteilt
  4. beurteilen
  5. beurteilt
  6. beurteilen
Imperfekt
  1. beurteilte
  2. beurteiltest
  3. beurteilte
  4. beurteilten
  5. beurteiltet
  6. beurteilten
Perfekt
  1. habe beurteilt
  2. hast beurteilt
  3. hat beurteilt
  4. haben beurteilt
  5. habt beurteilt
  6. haben beurteilt
1. Konjunktiv [1]
  1. beurteile
  2. beurteilest
  3. beurteile
  4. beurteilen
  5. beurteilet
  6. beurteilen
2. Konjunktiv
  1. beurteilte
  2. beurteiltest
  3. beurteilte
  4. beurteilten
  5. beurteiltet
  6. beurteilten
Futur 1
  1. werde beurteilen
  2. wirst beurteilen
  3. wird beurteilen
  4. werden beurteilen
  5. werdet beurteilen
  6. werden beurteilen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde beurteilen
  2. würdest beurteilen
  3. würde beurteilen
  4. würden beurteilen
  5. würdet beurteilen
  6. würden beurteilen
Diverses
  1. beurteil!
  2. beurteilt!
  3. beurteilen Sie!
  5. beurteilt
  6. beurteilend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor beurteilen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
discutir Streiten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
criticar ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern; jurieren; kritisieren; rezensieren abhängen; abkoppeln; abtrennen; andrehen; anprangern; aufknoten; auflösen; aufmachen; auftrennen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausmisten; beanstanden; bekritteln; bemäkeln; bemängeln; besprechen; bestrafen; ermahnen; heruntermachen; kritisieren; lockern; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; rezensieren; rügen; schelten; schulmeistern; tadeln; treiben; verketzern; verteufeln; verweisen; warnen; zurechtweisen
debatir ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern beraten; bereden; bestreiten; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchsprechen; konsultieren; protestieren; widersprechen
deliberar ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern Sitzung halten; abwägen; beraten; beratschlagen; bereden; durchdiskutieren; durchsprechen; eine Versammlung abhalten; einen Rat einholen; konferieren; konsultieren; sich beraten; tagen
deliberar sobre ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern beratschlagen; verhandeln
discutir ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern argumentieren; aussprechen; beraten; bereden; bestreiten; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchsprechen; keifen; konsultieren; protestieren; schelten; schimpfen; sich sanken; sich streiten; sichstreiten; sichzanken; streiten; widersprechen; zanken
discutir sobre ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern
hablar de ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern aussprechen
hablar sobre ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern bereden; besprechen; durchnehmen; erörtern; über etwas sprechen
hacer cambiar de opinión ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern bereden; einwickeln; herumkriegen; umstimmen; völlig verändern; überreden; überzeugen
hacer una crítica de ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern; jurieren; kritisieren; rezensieren besprechen; kritisieren; rezensieren
hacer una reseñade ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern besprechen; kritisieren; rezensieren
juzgar beurteilen; jurieren; kritisieren; rezensieren entscheiden; richten; urteilen
persuadir ansprechen; beanstanden; beraten; bereden; besprechen; beurteilen; debattieren; diskutieren; durchdiskutieren; durchnehmen; durchsprechen; erörtern bereden; einwickeln; herumkriegen; umstimmen; völlig verändern; überreden; überzeugen
ser miembro de jurado beurteilen; jurieren; zensurieren

Synoniemen voor "beurteilen":


Wiktionary: beurteilen

beurteilen
verb
  1. (transitiv) über jemanden oder etwas ein Urteil fällen
Cross Translation:
FromToVia
• beurteilen → juzgar ↔ judge — to form an opinion on
• beurteilen → calificar; evaluar; juzgar ↔ beoordelen — tot een oordeel komen over iets
• beurteilen → juzgar ↔ juger — juri|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0602 seconde
Page rendered in 1.0 seconds