Duits
Uitgebreide vertaling voor präparieren (Duits) in het Spaans
präparieren:
-
präparieren (ausstopfen)
Vertaal Matrix voor präparieren:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| disecar | ausstopfen; präparieren | analysieren; auseinandernehmen; sezieren; zergliedern; zerlegen |
Synoniemen voor "präparieren":
Wiktionary: präparieren
präparieren
verb
-
(transitiv) bildungssprachlich: etwas vorbereiten, mit etwas versehen
- präparieren → preparar
-
(reflexiv) veraltend: sich auf eine Aufgabe, insbesondere den Unterricht oder eine Prüfung vorbereiten
- präparieren → preparar