Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
klagen:
- reclamar; presentar una queja; lamentar; fastidiar; dar la tabarra; dar el pésame; quejarse; gruñir; lamentarse; quejarse de; llorar; gemir; chillar; deplorar; gimotear; lloriquear; gañir; hacer la guaya; hacer objeciones contra; oponerse a; objetar contra; pesar sobre; chinchar; charlar; cotorrear; parlotear; plañirse
- Klagen:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor klagen (Duits) in het Spaans
klagen:
-
klagen (beanstanden; sich beschweren; reklamieren)
-
klagen (sich beschweren; beanstanden; reklamieren)
-
klagen (bedauern; teilhaben; mitfühlen; mitleiden; beklagen)
dar el pésame-
dar el pésame werkwoord
-
-
klagen (sich beschweren; meckern)
-
klagen (sichbeschweren; reklamieren; beanstanden)
-
klagen (sich beschweren; beanstanden)
lamentar; quejarse de; llorar; reclamar; quejarse; gemir; chillar; lamentarse; deplorar; gimotear; lloriquear; gañir; hacer la guaya-
lamentar werkwoord
-
quejarse de werkwoord
-
llorar werkwoord
-
reclamar werkwoord
-
quejarse werkwoord
-
gemir werkwoord
-
chillar werkwoord
-
lamentarse werkwoord
-
deplorar werkwoord
-
gimotear werkwoord
-
lloriquear werkwoord
-
gañir werkwoord
-
hacer la guaya werkwoord
-
-
klagen (beschweren; sich beschweren; reklamieren; beauftragen; beanstanden)
hacer objeciones contra; oponerse a; objetar contra; pesar sobre-
hacer objeciones contra werkwoord
-
oponerse a werkwoord
-
objetar contra werkwoord
-
pesar sobre werkwoord
-
-
klagen (sichekligbenehmen; jammern; nörgeln; quaken; wehklagen; trödeln; eitern; klonen; leinern; zwicken; wimmern; winseln; vergraulen; faseln; flennen; greinen; wegekeln)
-
klagen (wehklagen; jammern; flehen; wimmern; winseln)
Conjugations for klagen:
Präsens
- klage
- klagst
- klagt
- klagen
- klagt
- klagen
Imperfekt
- klagte
- klagtest
- klagte
- klagten
- klagtet
- klagten
Perfekt
- habe geklagt
- hast geklagt
- hat geklagt
- haben geklagt
- habt geklagt
- haben geklagt
1. Konjunktiv [1]
- klage
- klagest
- klage
- klagen
- klaget
- klagen
2. Konjunktiv
- klagte
- klagtest
- klagte
- klagten
- klagtet
- klagten
Futur 1
- werde klagen
- wirst klagen
- wird klagen
- werden klagen
- werdet klagen
- werden klagen
1. Konjunktiv [2]
- würde klagen
- würdest klagen
- würde klagen
- würden klagen
- würdet klagen
- würden klagen
Diverses
- klag!
- klagt!
- klagen Sie!
- geklagt
- klagend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor klagen:
Synoniemen voor "klagen":
Klagen:
-
die Klagen (Gejammer; Stöhnen; Gemecker; Geheul; Genörgel; Geschimpfe; Schimpferei; Geklage)
Vertaal Matrix voor Klagen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gruñido | Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen | Anschnauz; Anschnauzer; Geknatter; Gemurmel; Gesumm; Grollen; Grummen; Grunzen; Knurren; Pöbel |
lamentaciones | Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen | Gefasel; Gejammer; Geleier; Grummen; Knurren; Lamentieren; Quengelei |
quejas | Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen | Durcheinander; Gefasel; Gejammer; Geleier; Gezänk; Grummen; Knurren; Kummer; Lamentieren; Last; Lästigkeit; Quengelei; Schererei; Scherereien; Scherrerei; Schlamassel; Schwierigkeit; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Ärger; Ärgernis |
Computer vertaling door derden: