Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
ausfugen:
-
Wiktionary:
ausfugen → emporar, mampostear -
Synoniemen voor "ausfugen":
abdichten; fugen; verstreichen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor ausfugen (Duits) in het Spaans
ausfugen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aus: pronto; pasado; listo; acabado; completo; perfecto; terminado; realizado; efectuado; llevado a cabo; concluído; preparado; concluido; ultimado; apagado; anticuado; extinguido
- fugen: introducir; insertar; intercalar; inserir
- Fugen: juntar
- fügen: acoplar; imponer; conservar; depositar; insertar; interponer; meter entre; hacer; poner; jugar; pagar; colocar; ubicar; tender; invertir; mover; tumbar; reducir; componer; encajar; situar; derribar; destinar; publicar; colocarse; engarzar; hacer arreglos musicales; depositar sobre
ausfugen:
Synoniemen voor "ausfugen":
Wiktionary: ausfugen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ausfugen | → emporar; mampostear | ↔ voegen — afwerken van metselwerk |