Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aufzeigen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufzeigen (Duits) in het Spaans

aufzeigen:

aufzeigen werkwoord

  1. aufzeigen (beweisen; erweisen; nachweisen; )
    demostrar; evidenciar; comprobar

Vertaal Matrix voor aufzeigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comprobar aufzeigen; belegen; beweisen; erweisen; nachweisen; vorweisen; vorzeigen Tiefe peilen; abhören; ausforschen; ausmachen; ausprobieren; bedingen; bestimmen; bestätigen; beweisen; determinieren; durchforschen; erforschen; erkunden; erproben; erweisen; examinieren; festlegen; festmachen; festsetzen; feststellen; forschen; gleichrichten; identifizieren; inspizieren; kalibrieren; konstatieren; kontrollieren; loten; nachforschen; nachgehen; nachprüfen; nachsehen; nachspüren; nachweisen; proben; prüfen; schätzen; taxieren; testen; untersuchen; verifizieren; vorweisen; vorzeigen; überprüfen
demostrar aufzeigen; belegen; beweisen; erweisen; nachweisen; vorweisen; vorzeigen anbieten; anschaulich machen; aufweisen; ausstellen; belegen; beweisen; darbieten; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; erweisen; feilbieten; hervor holen; hervor ziehen; nachweisen; präsentieren; sehen lassen; veranschaulichen; vorführen; vorstellen; vorweisen; vorzeigen; zeigen; zur Schau stellen
evidenciar aufzeigen; belegen; beweisen; erweisen; nachweisen; vorweisen; vorzeigen verwirklichen; wahrmachen

Synoniemen voor "aufzeigen":


Wiktionary: aufzeigen

aufzeigen
  1. aufdecken; klar machen; ans Licht bringen; deutlich machen
  2. sich melden; mit dem Finger nach oben zeigen

Verwante vertalingen van aufzeigen