Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Lücke:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lücke (Duits) in het Spaans

Lücke:

Lücke [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Lücke (Mangel; Leere; Manko)
    el hiato; la laguna; la carencia; la deficiencia
    • hiato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • laguna [la ~] zelfstandig naamwoord
    • carencia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • deficiencia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lücke:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carencia Leere; Lücke; Mangel; Manko Armut; Bedürftigkeit; Defekt; Defizit; Einlaufen; Entbehrung; Ermangelung; Fehlbetrag; Fehler; Fehlmenge; Gebrechen; Handikap; Hilfsbedürftigkeit; Kargheit; Knappheit; Mangel; Manko; Schrumpfen; Schrumpfung; Schwäche; Spärlichkeit; körperliches Gebrechen; Ärmlichkeit
deficiencia Leere; Lücke; Mangel; Manko Abweichung; Defekt; Defizit; Ermangelung; Fehlbetrag; Fehler; Fehlmenge; Gebrechen; Handikap; Hinfälligkeit; Kränklichkeit; Mangel; Manko; Minuspunkt; Schwachheit; Schwäche; Unvollkommenheit; Verrlustpunkt; körperliches Gebrechen; Übel
hiato Leere; Lücke; Mangel; Manko Hiatus
laguna Leere; Lücke; Mangel; Manko Bucht; Hiatus; Lagune

Synoniemen voor "Lücke":


Wiktionary: Lücke

Lücke
noun
  1. Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte

Cross Translation:
FromToVia
Lücke laguna lacune — iets dat ontbreekt
Lücke brecha brèche — Traductions à trier suivant le sens
Lücke laguna lacuneespace vide, solution de continuité dans un corps ou dans une série.