Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Gelenk

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Gelenk

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Gelenk:
- nudo; coyuntura; articulación; juntura
Wiktionary:
- Gelenk → articulación
- Gelenk → cóndilo, articulación

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gelenk (Duits) in het Spaans

Gelenk:

Gelenk [das ~] zelfstandig naamwoord

Gelenk (Gelenkknubbel)
el nudo; la coyuntura; la articulación; la juntura
- nudo [el ~] zelfstandig naamwoord
- coyuntura [la ~] zelfstandig naamwoord
- articulación [la ~] zelfstandig naamwoord
- juntura [la ~] zelfstandig naamwoord
Gelenk (Glied)
la articulación
- articulación [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gelenk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
articulación	Gelenk; Gelenkknubbel; Glied	Abteilung; Angehörige; Artikulation; Aufklärung; Aufschluß; Auseinandersetzung; Auskunft; Auslegung; Aussage; Aussprache; Aüsserung; Begründung; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Beweisführung; Darlegung; Deutung; Erklärung; Erläuterung; Erörterung; Formulierung; Geschäftsstelle; Information; Instruktion; Interpretation; Mitglied; Mitteilung; Nachricht; Penis; Pimmel; Rute; Schwanz; Sektion; Urteil; Verdeutlichung; Zeugenaussage; Äußerung
coyuntura	Gelenk; Gelenkknubbel	Konjunktur
juntura	Gelenk; Gelenkknubbel	Abteilung; Anfügung; Anheften; Anheftung; Bruderschaft; Brüderschaft; Bund; Bündnis; Festheften; Festheftung; Fuge; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geschäftsstelle; Gesellschaft; Gilde; Hinzufügung; Kameradschaft; Klub; Koalition; Kombination; Kopplung; Korporation; Naht; Schweißnaht; Sektion; Spalt; Verband; Verbindung; Verbindungsstück; Verein; Vereinigung; Zusammenfügung; Zusammenlegung; Zusammenschluß
nudo	Gelenk; Gelenkknubbel	Abteilung; Geschäftsstelle; Knorren; Laufknoten; Schlinge; Sektion

Synoniemen voor "Gelenk":

Wiktionary: Gelenk

Gelenk

noun

Anatomie: bewegliche Verbindung von Knochen
- Gelenk → articulación

Cross Translation:

From	To	Via
• Gelenk	→ cóndilo	↔ condyle — prominence on a bone
• Gelenk	→ articulación	↔ joint — part of the body where bones join
• Gelenk	→ articulación	↔ gewricht — verbinding