Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Aufmarsch

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Aufmarsch

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Aufmarsch:
- avance; marcha; marcha hacia adelante; aproximación; camino a pie; acercamiento
Wiktionary:
- Aufmarsch → desfile, concentración
- Aufmarsch → desfile, parada

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufmarsch (Duits) in het Spaans

Aufmarsch:

Aufmarsch [der ~] zelfstandig naamwoord

der Aufmarsch (Vormarsch; Marsch; Anmarsch)
el avance; la marcha; la marcha hacia adelante; la aproximación; el camino a pie; el acercamiento
- avance [el ~] zelfstandig naamwoord
- marcha [la ~] zelfstandig naamwoord
- marcha hacia adelante [la ~] zelfstandig naamwoord
- aproximación [la ~] zelfstandig naamwoord
- camino a pie [el ~] zelfstandig naamwoord
- acercamiento [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aufmarsch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acercamiento	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Anmarsch; Annäherung; Anzug; Avance; Bemühung; Entgegenkommen
aproximación	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Anmarsch; Annaeherungsart; Anzug
avance	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Anmarsch; Anzahl teilnehmender Personen; Anzug; Auftritt; Begehren; Begierde; Durchbrechen; Durchbruch; Entwicklung; Fortgang; Fortgänge; Fortschritt; Gesichtsmaske; Progression; Teilnahme; Verlangen; Verlauf
camino a pie	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch
marcha	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Abfahren; Abreisen; Aufputschmittel; Aufzug; Bewegung; Böschung; Demonstration; Doping; Dringlichkeit; Durchgang; Eile; Emsigkeit; Fahrgeschwindigkeit; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Flinkheit; Flug; Flugreise; Formalität; Förmlichkeit; Gang; Gasse; Gastspielreise; Gehetz; Geschwindigkeit; Gewandtheit; Gänge; Hast; Hetze; Konvoi; Korridor; Kundgebung; Körperbewegung; Manifestation; Passage; Pracht; Prozession; Raschheit; Reisegeschwindigkeit; Schnelligkeit; Stattlichkeit; Tempo; Tour; Tournee; Umzug; Vierung; Wandersport; Weggehen; Zeremonie; Zügigkeit; Überstürzung
marcha hacia adelante	Anmarsch; Aufmarsch; Marsch; Vormarsch	Anmarsch; Anzug; Gastspielreise; Tour; Tournee

Wiktionary: Aufmarsch

Aufmarsch

noun

organisierte, formierte Zusammenkunft größerer Menschenmenge zum Ausdruck, zur Demonstration eines gemeinsamen Vorhabens oder Willens
- Aufmarsch → desfile; concentración

Cross Translation:

From	To	Via
• Aufmarsch	→ desfile; parada	↔ parade — organized procession

Computer vertaling door derden: