Wenig: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

wenig:
- poco; pobre; escasamente; escaso; enjuto; apenas; reducido; parco; magro; exiguo; raras veces
- no mucho
Wenig:
- nimiedad; friolera; bagatela; nadería; insignificancia
Wiktionary:
- wenig → poco
- wenig → poco, pequeño, poquito, escaso, limitado, un poco, algo

Duits

Uitgebreide vertaling voor wenig (Duits) in het Spaans

wenig:

wenig bijvoeglijk naamwoord

wenig (einige; sparsam; spärlich; ärmlich; karg; mager; kärglich; armselig; dürftig)
poco; pobre; escasamente; escaso; enjuto; apenas; reducido; parco; magro; exiguo; raras veces
- poco bijvoeglijk naamwoord
- pobre bijvoeglijk naamwoord
- escasamente bijvoeglijk naamwoord
- escaso bijvoeglijk naamwoord
- enjuto bijvoeglijk naamwoord
- apenas bijvoeglijk naamwoord
- reducido bijvoeglijk naamwoord
- parco bijvoeglijk naamwoord
- magro bijvoeglijk naamwoord
- exiguo bijvoeglijk naamwoord
- raras veces bijvoeglijk naamwoord

wenig

wenig (ein wenig)
no mucho
- no mucho

Vertaal Matrix voor wenig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pobre		Arme; Bettler; Blitz; Habenichts; Hungerleider; Schlag; Schlucker; Strahl; Stümper; unglückliche; Ärmste
poco		Bißchen
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
no mucho	ein wenig; wenig
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apenas	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	eng; fast kein; fast keine; gerade noch; gering; haarscharf; hart; knapp; mit wenig Platz; schmal
enjuto	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	dünn; dürftig; dürr; gebrechlich; hager; karg; knapp; kränklich; kärglich; mager; nichtig; schmächtig; trocken
escasamente	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich
escaso	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	abgespannt; arm; banal; dicht; dicht bei; dünn; dürftig; dürr; gebrechlich; gering; hager; hilflos; hinfällig; in der Nähe; karg; kaum; knapp; kraftlos; kränklich; kärglich; lahm; lustlos; mager; matt; nah; nichtig; schlaff; schlapp; schmächtig; schwach; schwächlich; selten; trocken; winzig
exiguo	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	armselig; dünn; dürftig; dürr; gebrechlich; geizig; gierig; habgierig; habsüchtig; hager; hinfällig; karg; knapp; knauserig; knickerig; knickrig; kränklich; kärglich; mager; minderwertig; nicht großherzig; nichtig; niedrig; schal; schlecht; schmächtig; schofel; schwach; schäbig; sparsam; trocken; unfruchtbar; ungenügend; untergeordnet; unzureichend; zweitklassig; zweitrangig; ärmlich; öde
magro	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	armselig; ausgezehrt; dünn; dürftig; dürr; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grazil; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; hohläugig; karg; klein; kläglich; knapp; knöchern; kränklich; kärglich; leichtgebaut; mager; miserabel; nichtig; rank; schadhaft; schlaff; schlank; schlapp; schlecht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spindeldürr; spärlich; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zart; zerbrechlich; zierlich; zierlich gebaut; ärmlich; öde
parco	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	dünn; dürftig; einfach; gebrechlich; hager; karg; kränklich; kärglich; mager; mäßig; nichtig; nüchtern; sachlich; schlicht; schmächtig; sparsam; wirtschaftlich; ärmlich; ökonomisch
pobre	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	arm; armselig; armutig; dünn; dürftig; elend; empfindlich; eng; erbärmlich; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; jammervoll; jämmerlich; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; lumpig; mager; miserabel; mittellos; nicht im überfluss; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schlottrig; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; unansehnlich; unbemittelt; ungültig; unscheinbar; vergänglich; verlottert; verludert; winzig; zerbrechlich; zerlumpt; ärmlich; öde
poco	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	banal; dürftig; ein bißchen; einige; etwas; gering; geringfügig; gewisse; knapp; minimal; nicht im überfluss; nichtig; sehr gering; sehr klein; winzig
raras veces	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich
reducido	armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich	abgeleitet; arm; armselig; beleibt; beschränkt; dick; dünn; dürftig; empfindlich; eng; fett; gebrechlich; gemildert; gering; geringfügig; hager; hinfällig; karg; kleinlich; knapp; korpulent; kränklich; kärglich; mager; nichtig; schmächtig; schäbig; umfangreich; vermindert; winzig; wohlbeleibt; ärmlich

Synoniemen voor "wenig":

dünn; gering; kaum; klein; marginal; mickerig; mickrig; unbedeutend; winzig; Abstufung; Grad; Maß
bisschen; bissel; bisserl; ein klein bisschen; ein kleines bisschen; ein Schuss; ein Spritzer; ein wenig; eine Prise; einen Tacken; einen Tick; etwas
kümmerlich; schwach

Wiktionary: wenig

wenig

adjective

eine unbestimmte, kleine Menge von etwas
- wenig → poco
in Kombination mit ein: etwas
- wenig → poco

Cross Translation:

From	To	Via
• wenig	→ poco	↔ few — indefinite, usually small number
• wenig	→ pequeño	↔ little — small in size
• wenig	→ poquito; poco	↔ little — not much
• wenig	→ poco	↔ little — small in number, few
• wenig	→ poco	↔ little — small amount
• wenig	→ escaso; limitado; poco	↔ weinig — in een kleine hoeveelheid, niet veel
• wenig	→ un poco; algo	↔ un peu — En petite quantité. On utilise quelques-uns pour les dénombrables.

Wenig:

Wenig [das ~] zelfstandig naamwoord

Wenig (Bißchen)
la nimiedad; la friolera; la bagatela; la nadería; la insignificancia
- nimiedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- friolera [la ~] zelfstandig naamwoord
- bagatela [la ~] zelfstandig naamwoord
- nadería [la ~] zelfstandig naamwoord
- insignificancia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wenig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bagatela	Bißchen; Wenig	Bagatelle; Ding; Dingelchen; Kinderarbeit; Kleinigkeit; Lappalie
friolera	Bißchen; Wenig	Bagatelle; Detail; Ding; Dingelchen; Einzelheit; Fröstling; Kinderarbeit; Kleinigkeit; Lappalie; Nebensache; kleines Geschenk
insignificancia	Bißchen; Wenig	Albernheit; Bagatelle; Betriebsamkeit; Ding; Dingelchen; Dummheit; Einfachheit; Einfalt; Einfältigkeit; Emsigkeit; Gedränge; Geistlosigkeit; Geschäftigkeit; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gutgläubigkeit; Hektik; Kindlichkeit; Kleinigkeit; Lappalie; Naivität; Nichtigkeit; Schlichtheit; Stummheit; Stumpfsinnigkeit; Taubstummheit; Treiben; Trubel; Ungültigkeit; Unschuld; gar nichts; überhaupt nichts
nadería	Bißchen; Wenig	Albernheit; Bagatelle; Ding; Dingelchen; Einfältigkeit; Geistlosigkeit; Kleinigkeit; Lappalie
nimiedad	Bißchen; Wenig	Bagatelle; Ding; Dingelchen; Feigheit; Feigherzigkeit; Kleinigkeit; Lappalie; Ängstlichkeit

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van wenig

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: wenig

Uitgebreide vertaling voor wenig (Duits) in het Spaans

wenig:

wenig bijvoeglijk naamwoord

wenig (einige; sparsam; spärlich; ärmlich; karg; mager; kärglich; armselig; dürftig)

wenig

wenig (ein wenig)

Vertaal Matrix voor wenig:

Synoniemen voor "wenig":

Wiktionary: wenig

Wenig:

Wenig [das ~] zelfstandig naamwoord

Wenig (Bißchen)

Vertaal Matrix voor Wenig:

Verwante vertalingen van wenig