Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- fundamental:
-
Wiktionary:
- fundamental → fundamental, esencial
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- fundamental:
-
Wiktionary:
- fundamental → prinzipiell, grundsätzlich, grundlegend, elementar
- fundamental → basal, fundamental, grundlegend
Duits
Uitgebreide vertaling voor fundamental (Duits) in het Spaans
fundamental:
-
fundamental (essentiell)
fundamental; esencial; elemental-
fundamental bijvoeglijk naamwoord
-
esencial bijvoeglijk naamwoord
-
elemental bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (elementar; grundlegend; grundsätzlich; notwendig; wesentlich; essentiell)
-
fundamental (prinzipiell; grundlegend)
en principio-
en principio bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (untermauert; begründet; solide; fundiert; erdig)
Vertaal Matrix voor fundamental:
Synoniemen voor "fundamental":
Wiktionary: fundamental
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fundamental | → fundamental | ↔ fundamental — pertaining to the foundation or basis; serving for the foundation |
• fundamental | → esencial; fundamental | ↔ fundamenteel — aan de basis staande |
Spaans
Uitgebreide vertaling voor fundamental (Spaans) in het Duits
fundamental:
-
fundamental (imprescindible; substancial)
nötig; benötigt; notwendig; erforderlich; essentiell-
nötig bijvoeglijk naamwoord
-
benötigt bijvoeglijk naamwoord
-
notwendig bijvoeglijk naamwoord
-
erforderlich bijvoeglijk naamwoord
-
essentiell bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental
-
fundamental (esencial; elemental)
-
fundamental (indispensable; imprescindible; esencial; ineludible; crucial; substancial; inevitable; primordial; muy necesario; decisivo; básico; vital; elemental)
notwendig; unentbehrlich; essentiell; wesentlich; entscheidend; erforderlich-
notwendig bijvoeglijk naamwoord
-
unentbehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
essentiell bijvoeglijk naamwoord
-
wesentlich bijvoeglijk naamwoord
-
entscheidend bijvoeglijk naamwoord
-
erforderlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (cardinal; vital; central; decisivo; esencial; crucial)
hauptsächlich; entscheidend; ausschlaggebend; zentral-
hauptsächlich bijvoeglijk naamwoord
-
entscheidend bijvoeglijk naamwoord
-
ausschlaggebend bijvoeglijk naamwoord
-
zentral bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (necesario; imprescindible; esencial; elemental; substancial)
benötigt; notwendig; erforderlich; nötig-
benötigt bijvoeglijk naamwoord
-
notwendig bijvoeglijk naamwoord
-
erforderlich bijvoeglijk naamwoord
-
nötig bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (esencial; necesario; imprescindible; crucial; importante; indispensable; central; relevante; cardinal; substancial; vital; decisivo; elemental)
notwendig; essentiell; erforderlich; nötig; unentbehrlich; wesentlich; wichtig; zentral-
notwendig bijvoeglijk naamwoord
-
essentiell bijvoeglijk naamwoord
-
erforderlich bijvoeglijk naamwoord
-
nötig bijvoeglijk naamwoord
-
unentbehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
wesentlich bijvoeglijk naamwoord
-
wichtig bijvoeglijk naamwoord
-
zentral bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (efectivo; realmente; en realidad; de hecho; de veras; verdadero; verdaderamente; real; esencial; en efecto; substancial; factual; intrínseco; en el fondo; virtualmente)
wirklich; grundsätzlich; wahrhaftig; wesentlich; sachlich; faktisch; effektiv; essentiell; grundlegend-
wirklich bijvoeglijk naamwoord
-
grundsätzlich bijvoeglijk naamwoord
-
wahrhaftig bijvoeglijk naamwoord
-
wesentlich bijvoeglijk naamwoord
-
sachlich bijvoeglijk naamwoord
-
faktisch bijvoeglijk naamwoord
-
effektiv bijvoeglijk naamwoord
-
essentiell bijvoeglijk naamwoord
-
grundlegend bijvoeglijk naamwoord
-
-
fundamental (fundamentalmente)
fundamentalistisch-
fundamentalistisch bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fundamental:
Verwante woorden van "fundamental":
Synoniemen voor "fundamental":
Wiktionary: fundamental
fundamental
Cross Translation:
adjective
-
auf der Grundlage eines Prinzips
-
in Folge von [1]: ausschlaggebend und wichtig
-
die Grundlage herstellend, die Basis bildend
-
von naturhafter Gewalt; heftig
-
grundlegend, wesentlich
-
anfängerhaft, den Anfang bildend, darstellend, einfach
-
aus der Basis eines Stammes hervorgehend (Basisblatt)
-
fundamental, grundlegend
-
zur Basis gehörend, auf ihr liegend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fundamental | → fundamental; grundlegend | ↔ fundamental — pertaining to the foundation or basis; serving for the foundation |
• fundamental | → fundamental | ↔ fundamenteel — aan de basis staande |
• fundamental | → basal | ↔ basaal — fundamenteel |