Duits
Uitgebreide vertaling voor abgelebt (Duits) in het Spaans
abgelebt:
-
abgelebt (verschlissen; veraltet; abgenutzt)
-
abgelebt (abgenutzt)
anticuádo; estropeado; viejo; gastado; decrépito-
anticuádo bijvoeglijk naamwoord
-
estropeado bijvoeglijk naamwoord
-
viejo bijvoeglijk naamwoord
-
gastado bijvoeglijk naamwoord
-
decrépito bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor abgelebt:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| desgastado | Verlaufen | |
| viejo | Alte; Alten; Greis; Kommandant; Schiffskapitän | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| anticuádo | abgelebt; abgenutzt | |
| decrépito | abgelebt; abgenutzt | hinfällig |
| desgastado | abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen | abgegriffen; abgenutzt; abgewetzt; abnutzend; ausgebleicht; fahl; falb; farblos; glanzlos; matt; schal; verschleißend; verschlissen; verschossen; vertreten; verwittert; welk |
| estropeado | abgelebt; abgenutzt | angeschlagen; außer Gebrauch; beschädigt; defekt; gebrochen; geschunden; havariert; kaputt; pockennarbig; ramponiert; schadhaft; verseucht; verwundet; zerbrochen; zerrissen |
| gastado | abgelebt; abgenutzt; veraltet; verschlissen | ausgebleicht; ausgegeben; ausgenutzt; fahl; falb; farblos; glanzlos; matt; schal; spendiert; verbraucht; verschlissen; verschossen; welk |
| viejo | abgelebt; abgenutzt | alt; altertümlich; antik; schal; uralt |