Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlagwort (Duits) in het Spaans

Schlagwort:

Schlagwort [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schlagwort (Spruch; Slogan; Werbetext; Werbeslogan; Werbespruch)
    el eslogan; el eslogan publicitario; la frase publicitaria; el eslogan electoral
  2. Schlagwort (Losung; Stichwort; Parole; Kennwort; Slogan)
    el eslogan; el eslogan electoral; el grito electoral; el lema electoral

Vertaal Matrix voor Schlagwort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eslogan Kennwort; Losung; Parole; Schlagwort; Slogan; Spruch; Stichwort; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext Devise; Grundsatz; Kampfruf; Kriegsgeschrei; Kriegsruf; Leitspruch; Losung; Motto; Parole; Slogan; Spruch; Waffenruf; Wahlspruch; Werbetext
eslogan electoral Kennwort; Losung; Parole; Schlagwort; Slogan; Spruch; Stichwort; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext
eslogan publicitario Schlagwort; Slogan; Spruch; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext Werbetext
frase publicitaria Schlagwort; Slogan; Spruch; Werbeslogan; Werbespruch; Werbetext Werbetext
grito electoral Kennwort; Losung; Parole; Schlagwort; Slogan; Stichwort
lema electoral Kennwort; Losung; Parole; Schlagwort; Slogan; Stichwort

Synoniemen voor "Schlagwort":


Wiktionary: Schlagwort

Schlagwort
noun
  1. abgegriffene, formelhafte und daher nicht mehr überzeugende Äußerung
    • Schlagwortla
  2. weithin bekannte, griffige Formulierung einer Idee oder Vorstellung, die vor allem in der gesellschaftlichen oder politischen Auseinandersetzung oder auch in der Werbung als programmatisch oder vorbildlich hingestellt werden soll

Cross Translation:
FromToVia
Schlagwort palabra de moda buzzword — word drawn from or imitative of technical jargon
Schlagwort lema; entrada; palabra principal headword — a word used as the title of a section