Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: vertreiben

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: vertreiben

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vertreiben:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor vertreiben (Duits) in het Spaans

vertreiben:

vertreiben werkwoord (vertreibe, vertreibst, vertreibt, vertrieb, vertriebt, vertrieben)

  1. vertreiben (entfernen; wegtun; wegschaffen; )
    quitar; expulsar; extirpar; alejarse; distanciar
  2. vertreiben (verhandeln; verkaufen; veräußern; )
    vender; venderse; comercializar; comerciar
  3. vertreiben (verjagen; abtreiben; wegjagen; fortjagen; forttreiben)
    dispersar

Conjugations for vertreiben:

Präsens
  1. vertreibe
  2. vertreibst
  3. vertreibt
  4. vertreiben
  5. vertreibt
  6. vertreiben
Imperfekt
  1. vertrieb
  2. vertriebst
  3. vertrieb
  4. vertrieben
  5. vertriebt
  6. vertrieben
Perfekt
  1. habe vertrieben
  2. hast vertrieben
  3. hat vertrieben
  4. haben vertrieben
  5. habt vertrieben
  6. haben vertrieben
1. Konjunktiv [1]
  1. vertreibe
  2. vertreibest
  3. vertreibe
  4. vertreiben
  5. vertreibet
  6. vertreiben
2. Konjunktiv
  1. vertriebe
  2. vertriebest
  3. vertriebe
  4. vertrieben
  5. vertriebet
  6. vertrieben
Futur 1
  1. werde vertreiben
  2. wirst vertreiben
  3. wird vertreiben
  4. werden vertreiben
  5. werdet vertreiben
  6. werden vertreiben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vertreiben
  2. würdest vertreiben
  3. würde vertreiben
  4. würden vertreiben
  5. würdet vertreiben
  6. würden vertreiben
Diverses
  1. vertreib!
  2. vertreibt!
  3. vertreiben Sie!
  5. vertrieben
  6. vertreibend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vertreiben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extirpar Abnehmen; Amputation; Amputieren; Entfernen
quitar Abnehmen; Amputation; Amputieren; Entfernen
vender Verkäufe
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alejarse beseitigen; entfernen; fortbringen; fortschaffen; vertreiben; wegschaffen; wegtun
comercializar auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern
comerciar auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern Handel treiben; handeln
dispersar abtreiben; fortjagen; forttreiben; verjagen; vertreiben; wegjagen auseinanderstieben; auseinandertreiben; ausschwermen; distribuieren; herumreichen; sich ausspreiten; sich verbreiten; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
distanciar beseitigen; entfernen; fortbringen; fortschaffen; vertreiben; wegschaffen; wegtun
expulsar beseitigen; entfernen; fortbringen; fortschaffen; vertreiben; wegschaffen; wegtun ablehnen; abschicken; abschieben; absenden; abtakeln; abweisen; ausstossen; austreiben; ausweisen; auswerfen; beseitigen; demontieren; deportieren; einschicken; einsenden; entfernen; entfestigen; entlassen; feuern; fortschaffen; räumen; schicken; suspendieren; verabschieden; verbannen; verschicken; versenden; wegnehmen; wegräumen; wegschaffen; wegschicken; zum Versand bringen; zurückweisen; zusenden; zwangsverschicken
extirpar beseitigen; entfernen; fortbringen; fortschaffen; vertreiben; wegschaffen; wegtun abtakeln; ausmerzen; ausradieren; ausrotten; beseitigen; demontieren; eliminieren; entfernen; entfestigen; fortschaffen; herausnehmen; räumen; vertilgen; wegnehmen; wegräumen; wegschaffen
quitar beseitigen; entfernen; fortbringen; fortschaffen; vertreiben; wegschaffen; wegtun abnehmen; abräumen; abwischen; aufräumen; aus dem Weg räumen; ausheben; ausholen; ausnehmen; ausplündern; ausrauben; ausräumen; befreien; entfernen; entleeren; entnehmen; entwenden; fegen; fortnehmen; herausnehmen; herunterholen; plündern; putzen; rauben; reinigen; reinmachen; räumen; saubermachen; stehlen; säubern; wegholen; wegnehmen; wegschneiden; überfallen
vender auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern etwas verkaufen; verkaufen; verschleißen
venderse auktionieren; feilbieten; handeln; verhandeln; verkaufen; vertreiben; veräußern

Synoniemen voor "vertreiben":


Wiktionary: vertreiben

vertreiben
  1. jemanden oder etwas dazu zwingen, einen Ort zu verlassen
Cross Translation:
FromToVia
• vertreiben → correr; largar; ahuyentar ↔ drive away — to force someone to leave
• vertreiben → desahuciar ↔ evict — to expel
• vertreiben → expulsar; deponer ↔ oust — to expel; to remove
• vertreiben → ahuyentar; expulsar; echar ↔ verdrijven — uit het land verjagen
• vertreiben → barrer ↔ balayer — nettoyer un lieu avec le balai.
• vertreiben → aplazar; despedir; destituir; devolver; reflejar ↔ renvoyer — envoyer de nouveau.

Verwante vertalingen van vertreiben







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0597 seconde
Page rendered in 1.0 seconds