Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
erfahren:
- sentir; experimentar; pasar por; enterarse; descubrir; soportar; sufrir; padecer; ponerse; aguantar; gastar; digerir; corroerse; resistir; sucumbir; pudrirse; descomponerse; seguir viviendo; desaparecer; consumir; hundirse; comerse; tolerar; corroer; salir con bien; digerirse; salir con bien de; intuir; presentir
- capacitado; experimentado; capaz; experto; profesional; competente; versado en; talentoso; listo; apto; versado; habilidoso; hábil; perito; diestro; ducho; entrenado; mañoso; certero; sabiondo; calificado; bien amasado; licenciado; diplomado
-
Wiktionary:
- erfahren → enterarse (de), experimentar
- erfahren → vivir, experimentar, averiguar, descubrir, aprender, de mundo, sofisticado, hábil, enterarse
Duits
Uitgebreide vertaling voor erfahren (Duits) in het Spaans
erfahren:
-
erfahren (erleben; wahrnehmen; durchmachen; feststellen; merken)
-
erfahren (herausbekommen; ausfindig machen)
-
erfahren (überstehen; vertragen; bestehen; verdauen; ertragen; aushalten; durchhalten; dulden; leiden; ausgeben; erleiden; tragen; erleben; stehlen; verzehren; überdauern; sinken; zehren; erdulden; ausharren; fühlen; untergehen; verbrauchen; aufbrauchen; standhalten; durchmachen; aufzehren)
soportar; sufrir; padecer; ponerse; pasar por; aguantar; gastar; digerir; corroerse; resistir; sucumbir; pudrirse; descomponerse; seguir viviendo; desaparecer; consumir; experimentar; hundirse; comerse; tolerar; corroer; salir con bien; digerirse; salir con bien de-
soportar werkwoord
-
sufrir werkwoord
-
padecer werkwoord
-
ponerse werkwoord
-
pasar por werkwoord
-
aguantar werkwoord
-
gastar werkwoord
-
digerir werkwoord
-
corroerse werkwoord
-
resistir werkwoord
-
sucumbir werkwoord
-
pudrirse werkwoord
-
descomponerse werkwoord
-
seguir viviendo werkwoord
-
desaparecer werkwoord
-
consumir werkwoord
-
experimentar werkwoord
-
hundirse werkwoord
-
comerse werkwoord
-
tolerar werkwoord
-
corroer werkwoord
-
salir con bien werkwoord
-
digerirse werkwoord
-
salir con bien de werkwoord
-
-
erfahren (erleben)
experimentar-
experimentar werkwoord
-
-
erfahren (vorfühlen; fühlen; spüren; merken; tasten; wahrnehmen; vernehmen)
Conjugations for erfahren:
Präsens
- erfahre
- erfährst
- erfährt
- erfahren
- erfahrt
- erfahren
Imperfekt
- erfuhr
- erfuhrst
- erfuhr
- erfuhren
- erfuhrt
- erfuhren
Perfekt
- habe erfuhren
- hast erfuhren
- hat erfuhren
- haben erfuhren
- habt erfuhren
- haben erfuhren
1. Konjunktiv [1]
- erfahre
- erfahrest
- erfahre
- erfahren
- erfahret
- erfahren
2. Konjunktiv
- erführe
- erführest
- erführe
- erführen
- erführet
- erführen
Futur 1
- werde erfahren
- wirst erfahren
- wird erfahren
- werden erfahren
- werdet erfahren
- werden erfahren
1. Konjunktiv [2]
- würde erfahren
- würdest erfahren
- würde erfahren
- würden erfahren
- würdet erfahren
- würden erfahren
Diverses
- erfahr!
- erfahrt!
- erfahren Sie!
- erfuhren
- erfahrend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
-
erfahren (qualifiziert; geübt; gewandt; geschult; routiniert; bewandert)
capacitado; experimentado; capaz; experto; profesional; competente; versado en-
capacitado bijvoeglijk naamwoord
-
experimentado bijvoeglijk naamwoord
-
capaz bijvoeglijk naamwoord
-
experto bijvoeglijk naamwoord
-
profesional bijvoeglijk naamwoord
-
competente bijvoeglijk naamwoord
-
versado en bijvoeglijk naamwoord
-
-
erfahren (kundig; geübt; geschult; fachmännisch; bewandert; tüchtig; sachverständig)
capaz; talentoso; listo; apto; competente; experto; versado; habilidoso; hábil; perito; diestro; ducho; entrenado; mañoso; certero; experimentado; sabiondo-
capaz bijvoeglijk naamwoord
-
talentoso bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
apto bijvoeglijk naamwoord
-
competente bijvoeglijk naamwoord
-
experto bijvoeglijk naamwoord
-
versado bijvoeglijk naamwoord
-
habilidoso bijvoeglijk naamwoord
-
hábil bijvoeglijk naamwoord
-
perito bijvoeglijk naamwoord
-
diestro bijvoeglijk naamwoord
-
ducho bijvoeglijk naamwoord
-
entrenado bijvoeglijk naamwoord
-
mañoso bijvoeglijk naamwoord
-
certero bijvoeglijk naamwoord
-
experimentado bijvoeglijk naamwoord
-
sabiondo bijvoeglijk naamwoord
-
-
erfahren (gewandt; geübt; geschult; qualifiziert; bewandert)
capacitado; capaz; competente; calificado; versado en; bien amasado-
capacitado bijvoeglijk naamwoord
-
capaz bijvoeglijk naamwoord
-
competente bijvoeglijk naamwoord
-
calificado bijvoeglijk naamwoord
-
versado en bijvoeglijk naamwoord
-
bien amasado bijvoeglijk naamwoord
-
-
erfahren (geschult; qualifiziert; routiniert)
licenciado; calificado; capacitado; diplomado-
licenciado bijvoeglijk naamwoord
-
calificado bijvoeglijk naamwoord
-
capacitado bijvoeglijk naamwoord
-
diplomado bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor erfahren:
Synoniemen voor "erfahren":
Wiktionary: erfahren
erfahren
Cross Translation:
verb
-
zur Kenntnis bekommen, von etwas Kenntnis erhalten, etwas mitgeteilt bekommen
- erfahren → enterarse (de)
-
durch eigenes Erleben kennen lernen
- erfahren → experimentar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• erfahren | → vivir; experimentar | ↔ experience — to observe or undergo |
• erfahren | → averiguar; descubrir | ↔ find out — to discover |
• erfahren | → aprender | ↔ learn — to come to know; to become informed of; to find out |
• erfahren | → de mundo; sofisticado | ↔ sophisticated — having obtained worldly experience, and lacking naiveté; cosmopolitan |
• erfahren | → hábil | ↔ bedreven — ervaren en handig, vakkundig |
• erfahren | → enterarse | ↔ apprendre — Connaître par une information. |