Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: vermissen

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: vermissen

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vermissen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor vermissen (Duits) in het Spaans

vermissen:

vermissen werkwoord (vermisse, vermisst, vermisste, vermisstet, vermißt)

  1. vermissen
    desaparecer
  2. vermissen (verloren gehen; verlieren; abhanden kommen; unterliegen)
    perder; perderse
  3. vermissen (entbehren)
    prescindir de

Conjugations for vermissen:

Präsens
  1. vermisse
  2. vermisst
  3. vermisst
  4. vermissen
  5. vermisst
  6. vermissen
Imperfekt
  1. vermisste
  2. vermisstest
  3. vermisste
  4. vermissten
  5. vermisstet
  6. vermissten
Perfekt
  1. habe vermißt
  2. hast vermißt
  3. hat vermißt
  4. haben vermißt
  5. habt vermißt
  6. haben vermißt
1. Konjunktiv [1]
  1. vermisse
  2. vermissest
  3. vermisse
  4. vermissen
  5. vermisset
  6. vermissen
2. Konjunktiv
  1. vermissete
  2. vermissetest
  3. vermissete
  4. vermisseten
  5. vermissetet
  6. vermisseten
Futur 1
  1. werde vermissen
  2. wirst vermissen
  3. wird vermissen
  4. werden vermissen
  5. werdet vermissen
  6. werden vermissen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vermissen
  2. würdest vermissen
  3. würde vermissen
  4. würden vermissen
  5. würdet vermissen
  6. würden vermissen
Diverses
  1. vermiss!
  2. vermisst!
  3. vermissen Sie!
  5. vermißt
  6. vermissend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vermissen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desaparecer Absterben; Ausfall; Fortfall; Hinscheiden; Wegfall
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desaparecer vermissen abbauen; abschwächen; aufbrauchen; aufzehren; ausgeben; aushalten; ausharren; bestehen; bestrafen; blamieren; dulden; durchhalten; durchmachen; entgegenhalten; entschlafen; erdulden; erfahren; erleben; erleiden; ertragen; fallen; fortnehmen; fühlen; herabmindern; herabsetzen; im Sterben liegen; jemandem einen Vorwurf machen; kürzen; leiden; mindern; nachlassen; nachtragen; reduzieren; rügen; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sinken; sparen; standhalten; stehlen; sterben; tadeln; tragen; umkommen; umziehen; untergehen; verbrauchen; verdauen; verknappen; vermindern; verringern; verschwinden; versiegen; vertragen; verweisen; verzehren; vorhalten; vorwerfen; wegnehmen; zehren; zugrunde gehen; zurechtweisen; zurückgehen; zusammengehen; überdauern; überstehen
perder abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen abhandenkommen; verlieren; verloren gehen; verscherzen; verspielen; verwirken
perderse abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen abgehen; abhanden kommen; abhandenkommen; auffliegen; danebengehen; einschießen; entgleisen; fehlschlagen; irren; mißlingen; mißraten; scheitern; schiefgehen; sich verlaufen; untergehen; verfehlen; verlieren; verloren gehen; verlorengehen; verpassen; verschwinden; zugrunde gehen
prescindir de entbehren; vermissen

Synoniemen voor "vermissen":


Wiktionary: vermissen

vermissen
verb
  1. -
Cross Translation:
FromToVia
• vermissen → extrañar; echar de menos ↔ miss — to feel the absence of someone or something
• vermissen → anhelar; desear; ansiar ↔ yearn — to have a strong desire; to long
• vermissen → carecer; faltar; perder; haber de menos ↔ manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0277 seconde
Page rendered in 1.0 seconds