Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. haschen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor haschen (Duits) in het Spaans

haschen:


Synoniemen voor "haschen":


Wiktionary: haschen

haschen
verb
  1. jemanden, etwas haschen: jemanden, etwas [im Auftrag von jemandem] fangen
  2. umgangssprachlich: Haschisch konsumieren