Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: paar

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: paar

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Paar:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor paar (Duits) in het Spaans

paar:


Synoniemen voor "paar":


Wiktionary: paar

paar
  1. Pronomen: einige (der gleichen Art)
Cross Translation:
FromToVia
• paar → par ↔ paar — twee van een soort die bij elkaar horen

Paar:

Paar [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Paar (zwei Personen die zusammen gehören)
    la pareja; el par
    • pareja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • par [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Paar (zwei Stück)
    la pareja; el dúo
    • pareja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dúo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. Paar (Gruppe von zwei oder mehr; Gespann)
    la yunta; el grupo; la colección; la pandilla; la banda; la panda
    • yunta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • grupo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • colección [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pandilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • banda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • panda [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. Paar
    la dos personas

Vertaal Matrix voor Paar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banda Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Paar Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bande; Begleitung; Bereich; Biese; Binde; Bindung; Binse; Blaskapelle; Blende; Bund; Chaos; Clan; Decke; Diele; Druck; Durcheinander; Ensemble; Fanfare; Gemeinde; Gesellschaft; Gesichtsmaske; Gruppe; Gurt; Gürtel; Haarbänder; Haarschleife; Harmonie; Haufen; Herde; Horde; Hosengürtel; Klasse; Koppelriemen; Kordel; Kram; Krempel; Lautstärke; Masse; Menge; Paspel; Pfuscherei; Plunder; Riedgras; Riedstengel; Riemen; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schar; Schilf; Schleife; Schmiererei; Schnur; Schub; Schutthaufen; Schwarm; Schärpe; Spalte; Spannung; Spielmannszug; Stamm; Sudelei; Trupp; Truppe; Trümmerhaufen; Volant; Volksmenge; Wirrwarr; Zierleiste; Zierstreifen
colección Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Paar Ansammlung; Auflistung; Auslese; Aussonderung; Auswahl; Dichtung; Gedichtbündel; Haufen; Horde; Häufung; Kompilation; Kram; Masse; Menge; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Sammlung; Sammlung von Gedichten; Schar; Schrott; Schund; Selektion; Sortierung; Sortiment; Stapel; Stoß; Trennung; Zusammengeraffte
dos personas Paar
dúo Paar; zwei Stück
grupo Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Paar Ansammlung; Bande; Begleitung; Chaos; Cluster; Dichtung; Durcheinander; Einigung; Ensemble; Fusion; Gemeinde; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Gruppierung; Handwerksgilde; Haufen; Herde; Horde; Häufung; Klasse; Klub; Korporation; Kram; Kreis; Masse; Menge; Meute; Mischmasch; Pfuscherei; Plunder; Pool; Runde; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schar; Schmiererei; Schrott; Schub; Schund; Schutthaufen; Schwarm; Sozietät; Stamm; Stapel; Stoß; Sudelei; Trupp; Truppe; Trümmerhaufen; Verein; Vereinigung; Verteilergruppe; Verteilerliste; Volksgruppierung; Volksmenge; Wirrwarr; Zusammengeraffte; Zusammenrottung; gruppieren
panda Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Paar
pandilla Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Paar Freundeskreis
par Liebespaar; Paar; zwei Personen die zusammen gehören Gegenstück; Gleiche
pareja Liebespaar; Paar; zwei Personen die zusammen gehören; zwei Stück Ehehälfte; Frau; Gatte; Gattin; Gegenstück; Gemahl; Gemahlin; Mann; Pendant; Weib
yunta Gespann; Gruppe von zwei oder mehr; Paar Bediente; Diener; Lehrling

Synoniemen voor "Paar":


Wiktionary: Paar

Paar
noun
  1. ohne Plural: Zahlklassifikator für zwei gleiche, zusammengeführte, zusammengefügte, zusammengehörige, zusammengestellte, gruppierte Wesen oder Dinge
  2. zwei durch Liebesbeziehung oder auf rechtlicher Grundlage verbundene, zusammengehörige Menschen
Cross Translation:
FromToVia
• Paar → pareja ↔ couple — two partners
• Paar → par ↔ couple — two of the same kind considered together
• Paar → par ↔ pair — two similar or identical things
• Paar → pareja ↔ paar — twee geliefden die een relatie hebben
• Paar → pareja ↔ couple — (term, Vieilli sauf au Québec) au féminin deux choses de même espèce mises ou considérées ensemble. note Ne se dit jamais des choses qui vont nécessairement ensemble, comme les souliers, les bas, les gants, etc. On dit alors paire. Son emploi au féminin est encore courant au Qu
• Paar → par; pareja ↔ paire — deux choses de même espèce, qui aller nécessairement ou ordinairement ensemble.

Verwante vertalingen van paar







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0504 seconde
Page rendered in 1.0 seconds