Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Zins:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zins (Duits) in het Spaans

Zins:

Zins [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zins
    la renta
    • renta [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Zins
    el interés

Vertaal Matrix voor Zins:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interés Zins Anwendbarkeit; Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Aufmerksamkeit; Beteiligung; Betreffen; Brauchbarkeit; Energie; Fascinierung; Feurigkeit; Gewicht; Gewinn; Hektik; Inbrunst; Interesse; Kraft; Leistungsfähigkeit; Nutzen; Nützlichkeit; Profit; Schneidigkeit; Seele; Sinn; Spannkraft; Tatkraft; Teilnahme; Triebkraft; Utilität; Verwendbarkeit; Vorteil; Wert; Wichtigkeit; Zinsen
renta Zins Besoldung; Bezüge; Einkommen; Einkünfte; Erwerbseinkünfte; Gehalt; Grundzins; Lohn; Mietertrag; Monatslohn; Verdienst; Verdienste

Synoniemen voor "Zins":


Wiktionary: Zins

Zins
noun
  1. Entgelt für die Überlassung von Kapital

Cross Translation:
FromToVia
Zins interés interest — the price of credit