Manöver: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Manöver:
- trampa; truco; artimaña; treta; jugada; desplazamiento; combate fingido
Wiktionary:
- Manöver → maniobra
- Manöver → maniobra

Duits

Uitgebreide vertaling voor Manöver (Duits) in het Spaans

Manöver:

Manöver [das ~] zelfstandig naamwoord

Manöver (Kniff; Trick; Kunstgriff)
la trampa; el truco; la artimaña; la treta
- trampa [la ~] zelfstandig naamwoord
- truco [el ~] zelfstandig naamwoord
- artimaña [la ~] zelfstandig naamwoord
- treta [la ~] zelfstandig naamwoord
Manöver (Schachzug; Zug)
la jugada
- jugada [la ~] zelfstandig naamwoord
Manöver (Scheingefecht; Scheinkampf)
el desplazamiento; el combate fingido
- desplazamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- combate fingido [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Manöver:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artimaña	Kniff; Kunstgriff; Manöver; Trick	Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Kunststück; Stiel; Trick
combate fingido	Manöver; Scheingefecht; Scheinkampf
desplazamiento	Manöver; Scheingefecht; Scheinkampf	Aufschub; Frist; Galgenfrist; Schwanken; Umleitung; Umstellung; Verdrängung; Verlegen; Verlegung; Verschiebung; Versetzung; Verstellen; Vertagung; Verzögerung; Wechsel
jugada	Manöver; Schachzug; Zug	Aufschlag; Flausen; Schachzug; Scherz; Schäkerei; Spaß; Spaßen; Spielzug; Späßchen; Streich; Ulk
trampa	Kniff; Kunstgriff; Manöver; Trick	Arglist; Arglistigkeit; Ausschank; Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Café; Einbruch; Einsturz; Falltür; Fälschung; Gasthaus; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Gaukelei; Gemeinheit; Hehlerei; Heimtücke; Hintergehung; Hinterlistigkeit; Irreführung; Kellerlucke; Kneipe; Kniff; Krug; Kunstgriff; Kunststück; Lokalität; Luke; Nepp; Pfuscherei; Pfuschwerk; Schankwirtschaft; Schenke; Schiebung; Schurkerei; Schwindel; Schwindelei; Trick; Täuschung; Wirtschaft; Wirtshaus; Zusammenbruch; Zusammensturz; falscher Trick
treta	Kniff; Kunstgriff; Manöver; Trick	Kniff; Kunstgriff; Kunststück; Trick
truco	Kniff; Kunstgriff; Manöver; Trick	Ausflug; Behendigkeit; Fertigkeit; Gelehrtheit; Geschicklichkeit; Geschicktheit; Gewandtheit; Kenntnis; Kniff; Kunst; Kunstgriff; Kunststück; Künste; Sachverstand; Trick; Tüchtigkeit; Wissen; Zauberkunststück; Zaubertrick; falscher Trick

Wiktionary: Manöver

Manöver

noun

festgelegter (und einstudierter) Ablauf zur Bewegung von Wasser-, Luft-, Raum- und Landfahrzeugen (insbesondere auf Schiffen)
- Manöver → maniobra

Cross Translation:

From	To	Via
• Manöver	→ maniobra	↔ maneuver — a movement, often one performed with difficulty
• Manöver	→ maniobra	↔ maneuver — a large training exercise of military troops
• Manöver	→ maniobra	↔ manœuvre — Ces mouvements exécutés en temps de paix pour exercer les troupes

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Manöver

Uitgebreide vertaling voor Manöver (Duits) in het Spaans

Manöver:

Manöver [das ~] zelfstandig naamwoord

Manöver (Kniff; Trick; Kunstgriff)

Manöver (Schachzug; Zug)

Manöver (Scheingefecht; Scheinkampf)

Vertaal Matrix voor Manöver:

Wiktionary: Manöver