Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: übertreffen

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: übertreffen

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Übertreffen:
- superar
übertreffen:
- superar; sobrepasar; sobrepujar; hacer una oferta mejor; exceder de; exceder
Wiktionary:
- übertreffen → aventajar, derrotar, rebasar, vencer, superar, sobrepasar, exceder, sobrepujar, atravesar

Duits

Uitgebreide vertaling voor übertreffen (Duits) in het Spaans

Übertreffen:

Übertreffen [das ~] zelfstandig naamwoord

Übertreffen
el superar
- superar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Übertreffen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
superar	Übertreffen	Vorausstreben
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
superar		entwachsen; überbieten; überragen; übersteigen; übersteigern; übertreffen

übertreffen:

übertreffen werkwoord (übertreffe, übertriffst, übertrifft, übertraf, übertraft, übertroffen)

übertreffen (übersteigen; überragen)
superar; sobrepasar; sobrepujar; hacer una oferta mejor; exceder de
- superar werkwoord
- sobrepasar werkwoord
- sobrepujar werkwoord
- hacer una oferta mejor werkwoord
- exceder de werkwoord
übertreffen (übersteigen; überragen)
superar; exceder; hacer una oferta mejor
- superar werkwoord
- exceder werkwoord
- hacer una oferta mejor werkwoord

Conjugations for übertreffen:

Präsens

übertreffe
übertriffst
übertrifft
übertreffen
übertrefft
übertreffen

Imperfekt

übertraf
übertrafst
übertraf
übertrafen
übertraft
übertrafen

Perfekt

habe übertroffen
hast übertroffen
hat übertroffen
haben übertroffen
habt übertroffen
haben übertroffen

1. Konjunktiv [1]

übertreffe
übertreffest
übertreffe
übertreffen
übertreffet
übertreffen

2. Konjunktiv

überträfe
überträfest
überträfe
überträfen
überträfet
überträfen

Futur 1

werde übertreffen
wirst übertreffen
wird übertreffen
werden übertreffen
werdet übertreffen
werden übertreffen

1. Konjunktiv [2]

würde übertreffen
würdest übertreffen
würde übertreffen
würden übertreffen
würdet übertreffen
würden übertreffen

Diverses

übertriff!
übertrefft!
übertreffen Sie!
übertroffen
übertreffend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor übertreffen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
superar		Vorausstreben; Übertreffen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exceder	überragen; übersteigen; übertreffen	abtrumpfen; überbieten; überragen; übersteigen; übersteigern; übertrumpfen
exceder de	überragen; übersteigen; übertreffen
hacer una oferta mejor	überragen; übersteigen; übertreffen	überbieten; überragen; übersteigen; übersteigern
sobrepasar	überragen; übersteigen; übertreffen	abtrumpfen; auffallen; ausstechen; hinausragen; vorspringen; zur Schau stellen; überbieten; überflügeln; überragen; übersteigen; übersteigern; übertrumpfen
sobrepujar	überragen; übersteigen; übertreffen	abtrumpfen; überbieten; überragen; übersteigen; übersteigern; übertrumpfen
superar	überragen; übersteigen; übertreffen	entwachsen; überbieten; überragen; übersteigen; übersteigern

Synoniemen voor "übertreffen":

brechen; schlagen; toppen; überbieten
ausstechen; überflügeln; überrunden; übertrumpfen
einholen; überholen; bewegen; Platz wechseln
hinausragen; überragen

Wiktionary: übertreffen

Cross Translation:

From	To	Via
• übertreffen	→ aventajar; derrotar; rebasar; vencer; superar; sobrepasar	↔ best — to beat
• übertreffen	→ aventajar; superar	↔ excel — transitive: to surpass someone or something
• übertreffen	→ exceder; sobrepasar	↔ outdo — to go beyond
• übertreffen	→ sobrepasar	↔ surpass — to exceed
• übertreffen	→ aventajar; exceder; sobrepujar; superar	↔ overtreffen — een voorheen behaald niveau te boven gaan
• übertreffen	→ superar; vencer; atravesar; aventajar	↔ surmonter — monter au-dessus.
• übertreffen	→ exceder; sobrepasar	↔ surpasser — Dépasser les attentes (1):

Computer vertaling door derden: