Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Ruhepause

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Ruhepause

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Ruhepause:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ruhepause (Duits) in het Spaans

Ruhepause:

Ruhepause [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ruhepause (Erholungspause; Pause)
    el descanso; el recreo; la pausa en el trabajo; el intermedio; la pausa; la interrupción
  2. die Ruhepause (Unterbrechung; Pause; Arbeitspause; )
    el descanso; la pausa; el intermedio; el reposo
    • descanso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pausa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • intermedio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • reposo [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Ruhepause (Pause; Schulpause; Arbeitspause; )
    el descanso; la pausa
    • descanso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pausa [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ruhepause:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descanso Arbeitspause; Ausspannung; Entspannung; Erholung; Erholungspause; Essenszeit; Mittagspause; Pause; Ruhepause; Schulpause; Unterbrechung Arbeitspause; Aufschub; Frist; Galgenfrist; Pause; Ruhepunkt; Spielzeit; Unterbrechung; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung
intermedio Arbeitspause; Ausspannung; Entspannung; Erholung; Erholungspause; Essenszeit; Mittagspause; Pause; Ruhepause; Unterbrechung Arbeitspause; Interim; Intermezzo; Pause; Spielzeit; Zwischenraum; Zwischenspiel; Zwischenzeit
interrupción Erholungspause; Pause; Ruhepause Arbeitspause; IRQ; Interrupt; Interruptanforderung; Interruption; Kummer; Last; Lästigkeit; Pause; Schererei; Scherereien; Schlamassel; Schwierigkeit; Spielzeit; Störung; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Unterbrechung; Ärger; Ärgernis
pausa Arbeitspause; Ausspannung; Entspannung; Erholung; Erholungspause; Essenszeit; Mittagspause; Pause; Ruhepause; Schulpause; Unterbrechung Arbeitspause; Mußestunde; Pause; Spielzeit
pausa en el trabajo Erholungspause; Pause; Ruhepause Arbeitspause; Essenszeit; Mittagspause; Pause
recreo Erholungspause; Pause; Ruhepause Arbeitspause; Erholung; Essenszeit; Mittagspause; Pause; Rekreation; Spielstunde; Spielzeit; Spielzeit von einer CD
reposo Arbeitspause; Ausspannung; Entspannung; Erholung; Essenszeit; Mittagspause; Pause; Ruhepause; Unterbrechung Entladung; Spielzeit; Stagnation; Stauen; Stauung; Stillstand; Stockung; Verstopfung; elektrische Entladung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intermedio intermediär; zwischenliegend

Wiktionary: Ruhepause

Ruhepause
noun
  1. Unterbrechung einer Tätigkeit zur Erholung

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0432 seconde
Page rendered in 1.0 seconds