Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: wegbringen

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: wegbringen

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. wegbringen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor wegbringen (Duits) in het Spaans

wegbringen:

wegbringen werkwoord (bringe weg, bringst, bringt, brachte weg, brachtet weg, weggebracht)

  1. wegbringen (begleiten; mitgehen; geleiten)
    acompañar; ir con; venir con
  2. wegbringen (wegtragen; abführen; abtragen; )
    llevarse

Conjugations for wegbringen:

Präsens
  1. bringe weg
  2. bringst
  3. bringt
  4. bringen weg
  5. bringt weg
  6. bringen weg
Imperfekt
  1. brachte weg
  2. brachtest weg
  3. brachte weg
  4. brachten weg
  5. brachtet weg
  6. brachten weg
Perfekt
  1. habe weggebracht
  2. hast weggebracht
  3. hat weggebracht
  4. haben weggebracht
  5. habt weggebracht
  6. haben weggebracht
1. Konjunktiv [1]
  1. bringe weg
  2. bringest weg
  3. bringe weg
  4. bringen weg
  5. bringet weg
  6. bringen weg
2. Konjunktiv
  1. brächte weg
  2. brächtest weg
  3. brächte weg
  4. brächten weg
  5. brächtet weg
  6. brächten weg
Futur 1
  1. werde wegbringen
  2. wirst wegbringen
  3. wird wegbringen
  4. werden wegbringen
  5. werdet wegbringen
  6. werden wegbringen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde wegbringen
  2. würdest wegbringen
  3. würde wegbringen
  4. würden wegbringen
  5. würdet wegbringen
  6. würden wegbringen
Diverses
  1. bring weg!
  2. bringt weg!
  3. bringen Sie weg!
  5. weggebracht
  6. wegbringend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor wegbringen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
llevarse Abführen; Fortführen; Wegführen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acompañar begleiten; geleiten; mitgehen; wegbringen Stückchen mitfahren; abgeben; abliefern; anfügen; begleiten; beifügen; beigeben; beilegen; beimischen; beisetzen; beschränken; besorgen; bestellen; bestreichen; blockieren; bringen; einbringen; eindeichen; eindämmen; einhegen; einkapseln; einkreisen; einpferchen; einschließen; einschränken; einsperren; einsäumen; enthalten; erfassen; führen; geleiten; herbeibringen; herumführen; hineintun; hinzufügen; hinzukommen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; ins Haus liefern; leiten; lenken; liefern; mitbringen; mitfahren; mitgehen; mitnehmen; schließen; senden; umfassen; umschließen; umziehen; verkapseln; zufügen; zugeben; zulegen; zustellen
ir con begleiten; geleiten; mitgehen; wegbringen
llevarse abführen; abtragen; davontragen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; wegbringen; wegführen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen abbauen; abnehmen; abschwächen; entnehmen; fallen; fortnehmen; herabmindern; herabsetzen; kürzen; mindern; nachlassen; rauben; reduzieren; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sinken; sparen; stehlen; verknappen; vermindern; verringern; versiegen; wegholen; wegnehmen; zurückgehen; zusammengehen
venir con begleiten; geleiten; mitgehen; wegbringen

Synoniemen voor "wegbringen":


Wiktionary: wegbringen

Cross Translation:
FromToVia
• wegbringen → arrebatar; eliminar ↔ ôter — tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0632 seconde
Page rendered in 1.0 seconds