Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: altern

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: altern

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

altern:
- envejecer
Altern:
- envejecimiento
Wiktionary:
- altern → envejecer
- altern → envejecerse, madurar, anticuar, envejecer

Duits

Uitgebreide vertaling voor altern (Duits) in het Spaans

altern:

altern werkwoord (altere, alterst, altert, alterte, altertet, gealtert)

altern (veralten; abtakeln)
envejecer
- envejecer werkwoord

Conjugations for altern:

Präsens

altere
alterst
altert
alteren
altert
alteren

Imperfekt

alterte
altertest
alterte
alterten
altertet
alterten

Perfekt

habe gealtert
hast gealtert
hat gealtert
haben gealtert
habt gealtert
haben gealtert

1. Konjunktiv [1]

altere
alterest
altere
alteren
alteret
alteren

2. Konjunktiv

alterte
altertest
alterte
alterten
altertet
alterten

Futur 1

werde altern
wirst altern
wird altern
werden altern
werdet altern
werden altern

1. Konjunktiv [2]

würde altern
würdest altern
würde altern
würden altern
würdet altern
würden altern

Diverses

alter!
altert!
alteren Sie!
gealtert
alternd

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor altern:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
envejecer	abtakeln; altern; veralten

Synoniemen voor "altern":

alt werden; reif werden; reifen

Wiktionary: altern

altern

verb

(intransitiv) älter werden
- altern → envejecer

Cross Translation:

From	To	Via
• altern	→ envejecerse	↔ age — intransitive: become old
• altern	→ madurar	↔ season — to become mature
• altern	→ anticuar; envejecer	↔ verouderen — ouder worden

Altern:

Altern [das ~] zelfstandig naamwoord

Altern (Veralten)
el envejecimiento
- envejecimiento [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Altern:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
envejecimiento	Altern; Veralten