Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
-
jovial:
- jovial; tranquilo; sereno; inmutable; imperturbable; sosegadamente; calmo; quedo; quieto; tranquilamente; frío; simpático; amoroso; agradable; amable; cordial; sociable; en calma; liso; ponderado; impasible; calmado; flemático; amistoso; apacible; manso; afable; pacífico; indiferente; amigable; afectuoso; sosegado; inmóvil; complaciente; benévolo; calmoso; imperturable; sin inmutarse; generoso; benigno; grande; bondadoso; fino; impresionante; liberal; imponente; grandioso; magnífico; tolerante; indulgente; de raza; rumboso; con generosidad; de crianza; magnánimo; noble; clemente; blando; desprendido; dadivoso; espléndido; amplio; como buen colega; de todo corazón; pródigo; manilargo
- Wiktionary:
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
jovial:
- fröhlich; lustig; vergnügt; heiter; ruhig; liebenswürdig; sanft; still; freundlich; geruhsam; sympathisch; friedlich; zugänglich; jovial; friedliebend; herzlich; friedfertig; seren; kalm; freundschaftlich; entgegenkommend; unbewegt; schön; wohlwollend; herzensgut; heiß; warm; innig; ausgelassen; übermütig; munter; gemütlich; angenehm; gesellig; wohltuend; heimlich; häuslich; behaglich; vergnüglich; kollegial
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor jovial (Duits) in het Spaans
jovial:
-
jovial (gemütlich)
-
jovial (gleichmütig; ruhig; herzlich; friedlich; entgegenkommend; gelassen; unbewegt; zugänglich; liebenswürdig; freundschaftlich; sanft; freundlich)
tranquilo; sereno; inmutable; imperturbable-
tranquilo bijvoeglijk naamwoord
-
sereno bijvoeglijk naamwoord
-
inmutable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (kalm; ruhig; liebenswürdig; sanft; still; freundlich; geruhsam; sympathisch; friedlich; zugänglich; friedliebend; herzlich; friedfertig; seren; freundschaftlich; entgegenkommend; unbewegt)
tranquilo; sosegadamente; calmo; quedo; quieto; tranquilamente; frío; simpático; amoroso; agradable; amable; cordial; sociable; en calma; liso; ponderado; impasible; calmado; jovial; flemático; sereno; amistoso; apacible; manso; afable; pacífico; indiferente; amigable; afectuoso; sosegado; inmóvil; complaciente; inmutable; imperturbable; benévolo; calmoso; imperturable; sin inmutarse-
tranquilo bijvoeglijk naamwoord
-
sosegadamente bijvoeglijk naamwoord
-
calmo bijvoeglijk naamwoord
-
quedo bijvoeglijk naamwoord
-
quieto bijvoeglijk naamwoord
-
tranquilamente bijvoeglijk naamwoord
-
frío bijvoeglijk naamwoord
-
simpático bijvoeglijk naamwoord
-
amoroso bijvoeglijk naamwoord
-
agradable bijvoeglijk naamwoord
-
amable bijvoeglijk naamwoord
-
cordial bijvoeglijk naamwoord
-
sociable bijvoeglijk naamwoord
-
en calma bijvoeglijk naamwoord
-
liso bijvoeglijk naamwoord
-
ponderado bijvoeglijk naamwoord
-
impasible bijvoeglijk naamwoord
-
calmado bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
flemático bijvoeglijk naamwoord
-
sereno bijvoeglijk naamwoord
-
amistoso bijvoeglijk naamwoord
-
apacible bijvoeglijk naamwoord
-
manso bijvoeglijk naamwoord
-
afable bijvoeglijk naamwoord
-
pacífico bijvoeglijk naamwoord
-
indiferente bijvoeglijk naamwoord
-
amigable bijvoeglijk naamwoord
-
afectuoso bijvoeglijk naamwoord
-
sosegado bijvoeglijk naamwoord
-
inmóvil bijvoeglijk naamwoord
-
complaciente bijvoeglijk naamwoord
-
inmutable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
benévolo bijvoeglijk naamwoord
-
calmoso bijvoeglijk naamwoord
-
imperturable bijvoeglijk naamwoord
-
sin inmutarse bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (generös; großzügig; edel; freigebig; freizügig; weitherzig)
generoso; benigno; grande; bondadoso; fino; impresionante; liberal; imponente; grandioso; magnífico; tolerante; indulgente; de raza; rumboso; con generosidad; de crianza-
generoso bijvoeglijk naamwoord
-
benigno bijvoeglijk naamwoord
-
grande bijvoeglijk naamwoord
-
bondadoso bijvoeglijk naamwoord
-
fino bijvoeglijk naamwoord
-
impresionante bijvoeglijk naamwoord
-
liberal bijvoeglijk naamwoord
-
imponente bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
tolerante bijvoeglijk naamwoord
-
indulgente bijvoeglijk naamwoord
-
de raza bijvoeglijk naamwoord
-
rumboso bijvoeglijk naamwoord
-
con generosidad bijvoeglijk naamwoord
-
de crianza bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (großmütig; großzügig; edel; hochwürdig; nobel; freizügig; erhaben; mild; tolerant; freigebig; duldsam)
magnánimo; generoso; bondadoso; noble; con generosidad-
magnánimo bijvoeglijk naamwoord
-
generoso bijvoeglijk naamwoord
-
bondadoso bijvoeglijk naamwoord
-
noble bijvoeglijk naamwoord
-
con generosidad bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (sanftmütig; sanft; milde; weich; mild; samtartig; gnädig; tolerant; gutherzig; duldsam; edel; nicht nachtragend)
indulgente; clemente; blando; con generosidad; noble; desprendido; dadivoso; generoso; espléndido; tolerante; amplio-
indulgente bijvoeglijk naamwoord
-
clemente bijvoeglijk naamwoord
-
blando bijvoeglijk naamwoord
-
con generosidad bijvoeglijk naamwoord
-
noble bijvoeglijk naamwoord
-
desprendido bijvoeglijk naamwoord
-
dadivoso bijvoeglijk naamwoord
-
generoso bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
tolerante bijvoeglijk naamwoord
-
amplio bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (freundschaftlich; freundlich; sympathisch; liebenswürdig; herzlich; zugänglich; wohlwollend; entgegenkommend; kollegial)
cordial; simpático; sociable; afable; amigable; como buen colega; complaciente; jovial; benévolo; de todo corazón-
cordial bijvoeglijk naamwoord
-
simpático bijvoeglijk naamwoord
-
sociable bijvoeglijk naamwoord
-
afable bijvoeglijk naamwoord
-
amigable bijvoeglijk naamwoord
-
como buen colega bijvoeglijk naamwoord
-
complaciente bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
benévolo bijvoeglijk naamwoord
-
de todo corazón bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (freigebig; herzlich; großzügig; verschwenderisch; offen; mild; freizügig; weitherzig)
generoso; amplio; espléndido; bondadoso; liberal; benigno; tolerante; indulgente; desprendido; pródigo; magnánimo; manilargo-
generoso bijvoeglijk naamwoord
-
amplio bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
bondadoso bijvoeglijk naamwoord
-
liberal bijvoeglijk naamwoord
-
benigno bijvoeglijk naamwoord
-
tolerante bijvoeglijk naamwoord
-
indulgente bijvoeglijk naamwoord
-
desprendido bijvoeglijk naamwoord
-
pródigo bijvoeglijk naamwoord
-
magnánimo bijvoeglijk naamwoord
-
manilargo bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor jovial:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor jovial (Spaans) in het Duits
jovial:
-
jovial (alegre; entretenido; divertido)
-
jovial (calmo; tranquilo; sosegadamente; quedo; quieto; tranquilamente; frío; simpático; amoroso; agradable; amable; cordial; sociable; en calma; liso; ponderado; impasible; calmado; flemático; sereno; amistoso; apacible; manso; afable; pacífico; indiferente; amigable; afectuoso; sosegado; inmóvil; complaciente; inmutable; imperturbable; benévolo; calmoso; imperturable; sin inmutarse)
ruhig; liebenswürdig; sanft; still; freundlich; geruhsam; sympathisch; friedlich; zugänglich; jovial; friedliebend; herzlich; friedfertig; seren; kalm; freundschaftlich; entgegenkommend; unbewegt-
ruhig bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
sanft bijvoeglijk naamwoord
-
still bijvoeglijk naamwoord
-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
geruhsam bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
friedlich bijvoeglijk naamwoord
-
zugänglich bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-
friedliebend bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
friedfertig bijvoeglijk naamwoord
-
seren bijvoeglijk naamwoord
-
kalm bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
unbewegt bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (agradable; cordial; simpático; amable; amigable; benévolo; entusiasta)
herzlich; freundlich; schön; sympathisch; entgegenkommend; freundschaftlich; wohlwollend; herzensgut; liebenswürdig; heiß; warm; innig-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
herzensgut bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
heiß bijvoeglijk naamwoord
-
warm bijvoeglijk naamwoord
-
innig bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (retozón; juguetón; petulante; jacarandoso; jocoso)
-
jovial
-
jovial (estupendo; grato; placentero; amable; ameno; simpático)
angenehm; freundlich; gesellig; wohltuend; sympathisch-
angenehm bijvoeglijk naamwoord
-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
gesellig bijvoeglijk naamwoord
-
wohltuend bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
jovial (conciliador; placentero; bien dispuesto; agradable; amable; cordial; acogedor; simpático; ameno; sociable)
-
jovial (amigable; cordial; simpático; sociable; afable; como buen colega; complaciente; benévolo; de todo corazón)
freundlich; freundschaftlich; sympathisch; liebenswürdig; herzlich; zugänglich; wohlwollend; entgegenkommend; kollegial; jovial-
freundlich bijvoeglijk naamwoord
-
freundschaftlich bijvoeglijk naamwoord
-
sympathisch bijvoeglijk naamwoord
-
liebenswürdig bijvoeglijk naamwoord
-
herzlich bijvoeglijk naamwoord
-
zugänglich bijvoeglijk naamwoord
-
wohlwollend bijvoeglijk naamwoord
-
entgegenkommend bijvoeglijk naamwoord
-
kollegial bijvoeglijk naamwoord
-
jovial bijvoeglijk naamwoord
-