Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Zufuhr:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zufuhr (Duits) in het Spaans

Zufuhr:

Zufuhr [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zufuhr (Anfuhr)
    la provision; el abastecimiento; el aprovisionamiento

Vertaal Matrix voor Zufuhr:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abastecimiento Anfuhr; Zufuhr Ablieferung; Bevorratung; Liefern; Lieferung; Maßnahme; Versorgung
aprovisionamiento Anfuhr; Zufuhr Befriedigung; Bereitstellung; Bevorratung; Maßnahme; Provisioning; Vermittlung; Versorgung
provision Anfuhr; Zufuhr

Synoniemen voor "Zufuhr":


Wiktionary: Zufuhr


Cross Translation:
FromToVia
Zufuhr aprovisionamiento aanvoer — het aangebrachte
Zufuhr aprovisionamiento aanvoer — het aanbrengen