Knoten: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

knoten:
- abrochar; abotonar
Knoten:
- crecimiento; bollo; tumor; bulto; aumento; ampliación; agrandamiento; recolección; madeja; puñado; maraña; ovillo; mechón; turbante; madejita; entorchado; moño; nodo
Wiktionary:
- Knoten → nodo, moño, nudo, nudosidad
- Knoten → rodete, nudo, nodo, vértice, giba, joroba, córcova, tuberosidad, tubérculo, hinchazón
- knoten → anudar, ligar, atar

Duits

Uitgebreide vertaling voor Knoten (Duits) in het Spaans

knoten:

knoten werkwoord

knoten (verknoten; verbinden; anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen)
abrochar; abotonar
- abrochar werkwoord
- abotonar werkwoord

Vertaal Matrix voor knoten:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abrochar		Anschnallen; festschnallen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abotonar	anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen; knoten; verbinden; verknoten	abschliessen; festknöpfen; schließen; schnüren; verknoten; zuknöpfen; zumachen; zusammenbinden
abrochar	anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen; knoten; verbinden; verknoten	abschliessen; anhaken; anhängen; ankoppeln; ankuppeln; festknöpfen; haken; koppeln; kuppeln; schließen; schnüren; verknoten; zubinden; zuknöpfen; zumachen; zusammenbinden

Synoniemen voor "knoten":

knüpfen
durchschlingen; weben

Wiktionary: knoten

Cross Translation:

From	To	Via
• knoten	→ anudar	↔ knot — form into a knot; tie with knot(s)
• knoten	→ anudar	↔ knopen — een vastzittende lus in een koord, draad of touw maken
• knoten	→ anudar; ligar; atar	↔ nouer — lier au moyen d’un nœud, d'un lien.

Knoten:

Knoten [der ~] zelfstandig naamwoord

der Knoten (Tumor; Geschwulst)
el crecimiento; el bollo; el tumor; el bulto; el aumento; la ampliación; el agrandamiento
- crecimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- bollo [el ~] zelfstandig naamwoord
- tumor [el ~] zelfstandig naamwoord
- bulto [el ~] zelfstandig naamwoord
- aumento [el ~] zelfstandig naamwoord
- ampliación [la ~] zelfstandig naamwoord
- agrandamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
der Knoten (Haarknoten; Dutt)
la recolección; la madeja; el puñado; la maraña; el ovillo; el mechón; el turbante; la madejita; el entorchado
- recolección [la ~] zelfstandig naamwoord
- madeja [la ~] zelfstandig naamwoord
- puñado [el ~] zelfstandig naamwoord
- maraña [la ~] zelfstandig naamwoord
- ovillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- mechón [el ~] zelfstandig naamwoord
- turbante [el ~] zelfstandig naamwoord
- madejita [la ~] zelfstandig naamwoord
- entorchado [el ~] zelfstandig naamwoord
der Knoten (Strähne; Knötchen; Knäuel; Dutt; Haarknoten)
el moño
- moño [el ~] zelfstandig naamwoord
der Knoten
nodo
- nodo

Vertaal Matrix voor Knoten:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agrandamiento	Geschwulst; Knoten; Tumor	Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung
ampliación	Geschwulst; Knoten; Tumor	Anbau; Ausbau; Ausbreitung; Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Vorbau; Wachstum; Zunahme; Zuwachs; maßstabsgetreue Vergröserung
aumento	Geschwulst; Knoten; Tumor	Abheben; Anhäufen; Ansammeln; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Aufgehen; Aufstapeln; Aufwertung; Ausbreitung; Ausdehnung; Beibezahlung; Erhöhen; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Geldaufwertung; Lagerzugang; Stapeln; Steigen; Vergrößerung; Wachstum; Zugang; Zunahme; Zuwachs
bollo	Geschwulst; Knoten; Tumor	Ball; Beule; Brötchen; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Gehirnkasten; Höcker; Kaiserbrötchen; Kniff; Knorren; Knoten von Wolle; Kopf; Pünktchen; Schrippe; Schwellung; Schädel; Tüpfelchen; Verbeulung; Wulst
bulto	Geschwulst; Knoten; Tumor	Ausstülpung; Beule; Blase; Buckel; Bund; Bündel; Geschwulst; Holpern; Höcker; Knorren; Kostüm; Kästchen; Paket; Postpaket; Päckchen; Quetschung; Quetschwunde; Rucksack; Schwellung; Stück; Wulst
crecimiento	Geschwulst; Knoten; Tumor	Abheben; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Aufgehen; Ausdehnung; Blühperiode; Blüte; Expansion; Fortschritt; Steigen; Wachstum; Wuchs; Zunahme; Zuwachs
entorchado	Dutt; Haarknoten; Knoten
madeja	Dutt; Haarknoten; Knoten	Bogenstrang; Chaos; Durcheinander; Gewirr; Knäuel; Mischmasch; Sammelsurium; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wickel; Wirbel; Wirrwarr; strenges Garn
madejita	Dutt; Haarknoten; Knoten
maraña	Dutt; Haarknoten; Knoten	Busch; Chaos; Dichtung; Dschungel; Durcheinander; Gewirr; Horde; Kram; Mischmasch; Plunder; Sammelsurium; Schar; Schrott; Schund; Unordnung; Urwald; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr; Zusammengeraffte
mechón	Dutt; Haarknoten; Knoten	Haarlocke; Locke; Löckchen; Schleuse
moño	Dutt; Haarknoten; Knoten; Knäuel; Knötchen; Strähne	Bürste; Flocke; Haarbürste; Haarschopf; Haarschöpfe; Hahnenkamm; Haube; Kamm; Knüppel; Tolle
ovillo	Dutt; Haarknoten; Knoten	Chaos; Durcheinander; Gewirr; Mischmasch; Sammelsurium; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr
puñado	Dutt; Haarknoten; Knoten	Faustvoll; Handvoll
recolección	Dutt; Haarknoten; Knoten	Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese; Wisch
tumor	Geschwulst; Knoten; Tumor
turbante	Dutt; Haarknoten; Knoten	Kopftuch; Turban
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nodo	Knoten
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aumento		Sprung; Steigung

Wiktionary: Knoten

Knoten

noun

fest verschlungener Teil eines Fadens oder Seils
- Knoten → nodo; moño; nudo
Medizin: Tumor
- Knoten → nudosidad
Elektronik: Verbindungsstelle von Bauelementen in der Elektrotechnik
- Knoten → nudo
Bauwesen: die Verbindungsstelle von Stäben oder Elementen in der (Bau)statik
- Knoten → nudo
Physik: bei einer stehenden Welle zum Beispiel in einer Saite oder Luftsäule diejenigen Punkte, an denen die Schwingungsamplitude 0 ist ("Knoten" der stehenden Welle im Gegensatz zu den "Bäuchen" der stehenden Welle)
- Knoten → nudo
kurz für: Verkehrsknoten, das Zusammentreffen mehrerer Verkehrsströme im Straßen- und Schienennetz sowie in der Luftfahrt, speziell in Österreich als Oberbegriff für ein Autobahnkreuz oder Autobahndreieck
- Knoten → nudo
Geschwindigkeitsangabe bei Luft- und Wasserfahrzeugen
- Knoten → nudo
Botanik: Ansatzstelle der Blatt an der Sprossachse, meist verdickt
- Knoten → nudo
Astronomie: die Schnittpunkte der Bahnen von Himmelskörpern mit einer Bezugsebene
- Knoten → nudo

Cross Translation:

From	To	Via
• Knoten	→ rodete	↔ bun — A tight roll of hair worn at the back of the head
• Knoten	→ nudo	↔ knot — looping
• Knoten	→ nodo	↔ node — vertex of a graph
• Knoten	→ vértice; nodo	↔ vertex — graph theory: element joined by edges to other vertices
• Knoten	→ giba; joroba; córcova; tuberosidad; tubérculo	↔ bosse — enflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.
• Knoten	→ hinchazón	↔ enflure — État de ce qui est enflé (1)
• Knoten	→ tuberosidad; tubérculo	↔ protubérance — didactique\|fr éminence, saillie.

Verwante vertalingen van Knoten

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Knoten

Uitgebreide vertaling voor Knoten (Duits) in het Spaans

knoten:

knoten werkwoord

knoten (verknoten; verbinden; anknöpfen; festknöpfen; festknüpfen)

Vertaal Matrix voor knoten:

Synoniemen voor "knoten":

Wiktionary: knoten

Knoten:

Knoten [der ~] zelfstandig naamwoord

der Knoten (Tumor; Geschwulst)

der Knoten (Haarknoten; Dutt)

der Knoten (Strähne; Knötchen; Knäuel; Dutt; Haarknoten)

der Knoten

Vertaal Matrix voor Knoten:

Wiktionary: Knoten

Verwante vertalingen van Knoten